REISVERHALEN            FotoSite            Gastenboek

SICILIË   en   Z. ITALIË




21 mei - 18 juni 2006




Meer weten over Sicilië?    Klik hier



          
Onze campertocht naar Sicilië en Z.Italië wordt georganiseerd door Vakantiegenoegens.
Alle deelnemers komen samen op zondag 21 mei in Palmi (Z.Italië) om van hieruit de overzet te nemen naar Sicilië.
We schatten de heenreis op ongeveer 2300 km en willen er ruim onze tijd voor nemen zodat we niet oververmoeid aankomen en ook van onze heenreis kunnen genieten.


Woensdag, 17 mei
's Morgens om 08.15u vertrekken we in Veerle, met onze Casa Flora "alias camper" en ons Vera "alias GPS", richting Luik. Verder rijden we via Trier - Pirmansens - Stuttgart - Ulm - Memmingen - Füssen - Insbruck en de Brennerpas. Het was onze bedoeling door te rijden naar een camperplaats in Bressanone (d.i. op de Brennero vóór Bolzano). Door files en werken hier en daar en ginder zijn we veel tijd verloren. Het is al 21.00u, het begint te donkeren en we zijn allebei moe. Dus stoppen we om te overnachten op de eerste parking aan een tankstation voorbij de Brennerpas waar nog plaats vrij is.

Reisdag 1: Veerle - Brennerpas: 895 km
Overnachting: parkeerplaats aan tankstation Brennerpas           


Donderdag, 18 mei
We willen vroeg vertrekken. Om 6.30u zijn we al uit de veren en stellen vast dat we ingesloten staan door vrachtwagens. Er staat zelfs een grote "Scandinavien" op de weg naast ons. Gelukkig zijn die truckers vroege vogels zodat, tegen de tijd dat we ons ontbijt achter de kiezen hebben, alles vanzelf opgelost is.
We rijden langs Bolzano - Verona - Modena - Bologna richting Firenze. Vóór Firenze verlaten we de autoweg om in Mugello Verde in San Piero à Siève te overnachten. De camping aanvaardt campingcheques. Een overnachting voor 2 personen kost ons dan 13.50 euro, elektriciteit en toeristentaks inbegrepen. Willy en ik opteren voor een camping i.p.v. voor een kampeerplaats, waar je evenzeer 10 euro moet betalen, 2 euro extra voor electriciteit en nog eens 2 euro voor een douche. We vinden het trouwens in deze omgeving veiliger.
15.00u: We zijn gesetteld. Het is ondertussen 27°C. Na een weldoende douche kunnen we uitrusten, ontspannen en genieten van de zon en de natuur.

Reisdag 2: Brennerpas - S.Piero a Siève: 451 km
Overnachting:Camping Mugello Verde: San Piero a Sieve           

Vrijdag, 19 mei
08.30u: we zijn weer paraat. Eerst nog tanken en dan rijden we naar de E35 en richting Rome. We nemen de ring en volgen nadien de E45 langs Napels - Salerno richting Cosenza, Regio di Calabria. In Lagonegro verlaten we de autoweg want we willen naar Praia a Mare om te overnachten. De SS18 slingert zich door een prachtig landschap naar de zee toe. Na zo'n 30 km komen we aan in Camping Village International (aanvaardt cc en acsi-kaart).

Reisdag 3: S.Piero a Siève - Praia a Mare: 744 km
Overnachting: Camping Village International: Praia a Mare           

Zaterdag, 20 mei - rustdag
De camping is uitzonderlijk mooi gelegen aan zee met op de achtergrond de bergen. Op de thermometer lezen we 30°C. We worden pas zondag in Palmi verwacht. Dus beslissen we om hier een extra dagje te blijven zodat we uitgerust aan onze trip naar Sicilië kunnen beginnen. Hier op de camping leren we Frieda en Herman kennen, die ook op weg zijn naar Palmi voor de start van een kampeerreis rond Sicilië.

Zondag, 21 mei - 4de en ook laatste dag van de heenreis
De omgeving is hier bijzonder mooi en Palmi ligt maar op 214 km van hier.
We verkiezen de SS18 te volgen die zich tussen de kust en de bergen kronkelt. Jammer dat de spoorweg zo dikwijls tussen de weg en de zee ligt.
In Falerno Marina vinden we een fijn stopplaatsje, een parking aan een zandstrand, waar we kunnen picknicken.
We rijden tot Pizzo waar de SS18 en de A3/E45 ongeveer naast elkaar liggen. Vanaf hier nemen we de autoweg. Goed dat je hier geen tol moet betalen. Die Italianen overtreffen de Belgen wat betreft wegenwerken. We hadden vertraging in België, Duitsland, Oostenrijk en Italië. Dit stuk in Calabria tot beneden doet de deur dicht. Je moet hier constant 60km per uur en minder rijden op 1 rijbaan met tegenliggend verkeer en slalommen van links naar rechts en naar links ... . Ter hoogte van Rosarno moet onverwacht iedereen de autoweg af. Het is gelukkig niet ver meer naar Palmi.
Na de middag arriveren we op onze bestemming, Villaggio Camping La Quiete. Het is een typische Z.Italiaanse camping, gelegen aan de Tyrrheense Zee, aan de Costa Viola. Er rest ons nog een hele namiddag om te luieren aan de purperen kust. De temperatuur zit nog steeds in de lift (+30°C).
's Avonds maken we kennis met de anderen. We zijn in totaal met 23 deelnemers (8 campers en 4 caravans). Eugeen en Jenny zijn onze reisleiders de komende dagen. In een briefing wordt haarfijn uitgelegd hoe we morgen best naar Villa San Giovanni rijden om daar samen de veerboot naar Messina te nemen. De overtocht van de Straat van Messina (5km) duurt slechts 20 minuten. Je verliest wel drie kwartier inschepen en ontschepen inbegrepen.
Van Messina rijden we dan naar Cefalù.

Reisdag 4: Praia a Mare - Palmi: 214 km
Overnachting:Villaggio Camping La Quiete: Palmi           

Maandag, 22 mei
Vandaag begint onze reis naar en rond LA BELLA SICILIA!!!



Dit Zuid-Italiaans eiland heeft een 3000 jaar oude en rijke geschiedenis.
Al in de 8ste eeuw v. Chr. was het een Griekse kolonie. In de 4de eeuw v. Chr. kwamen de Romeinen hier aan de macht. Aan het eind van de 5de eeuw kwam het eiland onder Arabische overheersing. Na 2 eeuwen werden ze verjaagd door de Noormannen. In de 15de eeuw kwam het onder Spaans bewind. Pas in 1861 werd Sicilië verenigd met het Koninkrijk Italië en in 1941 kreeg het een zekere autonomie.

Al die vreemde overheersers hebben hun sporen en invloed nagelaten. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de massa monumenten, tempels, kerken, ... een mengelmoes vertonen van oosterse en westerse culturen.
De huidige naam Sicilië verwijst naar één van de oudste volkeren in de geschiedenis van het eiland, de Siculiërs of Siculi.

Het populaire logo, de 3 beentjes die in het rond lopen, is gebaseerd op de oude naam die de Grieken aan Sicilië gaven: Trinakria, het driepuntige eiland. Op de zijden van deze driehoek breken de golven van drie verschillende zeeën: de Tyrrheense Zee, de Middellandse Zee en de Ionische Zee.
Willy en ik hebben hoge verwachtingen van Sicilië.
Vandaag is dus D-day. Sicilië here we come!!!


09.00u: We zijn op weg met de A3 naar Villa San Giovanni (Regio di Calabrië) voor de overtocht naar Messina (Sicilië) via de Straat van Messina. Nadien rijden we met de tolweg A20 naar camping Costa Ponente in Cefalù.



Costa Ponente is een mooie camping met een groot zwembad. Via een trap kan je ook naar de zee (zo'n 50m lager), naar een fijn zandstrand met helder water en rotsen. Overal zijn prachtige zuiderse bloemen aangeplant (oleanders, bougainvillebloemen ... ).
We blijven hier 3 nachten.

Verplaatsing van Palmi (Z.Italië) naar Cefalù (Palermo): 254 km
Overnachting: Camping Costa Ponente



Dinsdag, 23 mei
Vandaag staat het schilderachtige havenstadje Cefalù op het programma. We rijden met auto's, sommigen met de fiets, naar een betaalparking aan het station.

De stad is ingeklemd tussen de zee en een grillige, 150m hoge, ronde rots, La Rocca.
Cefalù, komt van het Grieks "Cephalo" wat "hoofd" betekent en zou slaan op de rots die de vorm van een hoofd heeft.
Het milde klimaat en de fijne zandstranden maken Cefalù tot trekpleister voor de toeristen. In het hoogseizoen is het hier buitengewoon druk.
Om te beginnen brengen we een bezoek aan de bekende Duomo, een Normandisch bouwwerk uit de 12de eeuw, met Byzantijnse en Arabische invloeden. In de apsis is er een prachtig Byzantijnse mozaïek van de Christus Pantokrator.
We kuieren door het stadje met zijn smalle straatjes, hoge huizen, ijzeren balkons en uithangende was naar het Bastion aan zee. Hier heb je een panoramisch uitzicht op de omgeving. Nadien belanden we aan het pittoreske haventje met zijn rij vissershuizen en een wit zandstrand. Het is snikheet en we zoeken wat afkoeling op een terrasje.
Voor we terugkeren naar de camping wandelen we nog langs de Lavatoio publico (1890), de Arabische wasplaats. Het is een uit de rots gehouwen wasbekken met stenen platvormpjes. Naar het schijnt wordt de wasplaats nog steeds door de bevolking gebruikt.



17.00u: We rijden opnieuw naar Cefalù om ons aan de klim naar de top van La Rocca te wagen. Overdag was het te heet. 't Is niet voor niets dat de Italianen een siësta nemen. Via trappen en een pad kom je op de top van La Rocca. Het is vermoeiend maar lonend! Halfweg kan je halt houden bij de ruines van de Tempel van Diana. Van hier heb je een buitengewoon zicht op de dom. Als kers op de taart hadden we een zonsondergang willen zien. Pech, de zon loste op in de nevel.
Onze eerste dag in Sicilië was al meteen een voltreffer.




Woensdag, 24 mei
6.30u en al 27°C, het wordt weer bloedheet . Op het programma staat een uitstap met de bus naar Villa Romana del Casale.
De luxueuze Romeinse villa (400 n. Chr.) ligt in een mooie vallei in het binnenland, bij Piazza Armerina. De laat-Romeinse vloer- en wandmozaïeken zijn wereldberoemd om hun artistieke waarde. Het mozaïekencomplex beslaat een oppervlakte van meer dan 3000 m2. Omdat dit gebied werd bedekt door een modderstroom is alles zo gaaf bewaard gebleven. De taferelen vertellen over het alledaagse leven uit die periode. Het bekendste zijn de fitnesskamer met de atletische Romeinse bikinimeisjes. Het tafereel van de grote jacht, waar het vangen van wilde dieren in Afrika op realistische wijze wordt weergegeven, maakte meest indruk op mij.

Willy en ik hebben niet echt genoten van ons bezoek aan de Villa. De mozaïeken waren wel de moeite, ze waren echter niet onderhouden en nogal dof en stofferig. Het hele gebouw is overdekt met glazen koepels wat het effect van een broeikas geeft. En dat met deze hitte! Komt daarbij nog dat er een massa volk rondliep. Je had niet echt de kans om rustig de mozaïeken te bekijken.
's Middags zoeken we een terrasje om te picknicken en na een rustpauze vertrekken we met de bus naar Enna, de Belvédère van Sicilië, de hoofdstad van de provincie Enna. De provincie Enna is de enige die niet aan zee grenst. De stad is de hoogstgelegen stad van Sicilië en ligt schitterend in het hart van het eiland op een rotsplateau (1000m hoog). In de oudheid had Enna de bijnaam "navel van Sicilië". Ze was het centrum van de cultus rond Demeter, de godin van de vruchtbaarheid. Behalve buitengewoon mooie uitzichten heeft Enna nog een bezienswaardige Duomo en de ruïnes van een kasteel. De domkerk heeft een prachtige voorgevel en een zware, 17e eeuwse toren. Aangezien de kerk pas opengaat om 16.00u, hebben we ruim de tijd om een terrasje te doen en te genieten van de prachtige uitzichten over de omgeving vanop het Castello di Lombardia. 18.00u: we zijn terug op onze camping beland. Het was een interessante, drukke, vermoeiende dag, die nog niet ten einde is.
19.00u: We staan weer paraat, uitgedost en wel, want we gaan uit eten in het chique Hotel Caluna. De entourage was oké, de muziek viel mee, het eten was minder en de wijn peperduur. Ook dat is Sicilië! Doodmoe belanden we rond middernacht in onze nest.

Donderdag, 25 mei
Verplaatsing van Cefalù naar Isola delle Femmine bij Palermo.
De temperatuur is aangenaam. Van Cefalù naar Isola delle Femmine is slechts 8Okm zodat we alle tijd hebben om er een ontspannen rit van te maken.
We kiezen de SS113 die evenwijdig loopt evenwijdig met de kust.

In Trabia, een klein, schilderachtig haventje houden we halt voor een picknick. Over heel de haven klinkt een vrolijk gezang. Ik dacht eerst dat ergens een radio keihard stond te spelen. Toen zag ik waar het geluid vandaan kwam. Een iets oudere, nogal dikke man stond daar zingend, van zijn werk genietend, palen te carbolinen met een verfborstel aan een stok vastgemaakt zodat hij niet op een trapje of ladder moest staan. Dat noem ik nu levensvreugde! Ik werd er zelf vrolijk van.
Verder zagen we nog een ludieke vertoning. Hier lopen en liggen nogal veel magere, wilde honden. Opeens komt er een autootje aangereden. Een man stapt uit en begint eten in bakjes te doen. Al die honden kwamen als geroepen, het was of ze het gewoon waren. Ook dit is Siciliaans?
Na onze stop keren we terug naar de SS113 tot we de E90 kunnen oprijden die we volgen tot de ring rond Palermo. Verder, richting Trapani-Mazaro del Vallo, gaat de drukke ring weer over in de E90. Na ongeveer 10 km verlaten we de snelweg. Nog 3km en we zijn aan Camping Internazionale La Playa in Isola delle Femmine. Het is een nette camping aan zee, met nieuw sanitair, wasmachines en een winkeltje waar je maaltijden (kip, pizza's) kan afhalen. 's Avonds maken we nog een wandeling langs het strand. De zee in de avondschemering, met de achterliggende bergen en lichtjes in de verte, brengen me in romantische stemming. Ik heb geluk. Fotograferen is een van mijn hobby's. Juist nu maken hier beroepsfotografen een reportage, met lichteffecten, van een bruidspaar. Daar kan ik nog veel van leren. Ik kon het niet laten zelf ook een fotootje te schieten.
Het was een zeer mooie dag, vol met kleine dingen die ons blij en gelukkig maakten.

Verplaatsing van Cefalù naar Isola delle Femmine: 80 km
Overnachting: Camping Internazionale La Playa


Vrijdag, 26 mei
We doen een uitstap met de bus naar Palermo en Monreale.
Palermo is de hoofdstad van Sicilië en van de provincie Palermo met ongeveer 1 miljoen inwoners. Het is een grootstad met de grootste haven van Sicilië. De haven ligt in een wijde baai, de "Conca d'Oro". Als je met de bus rondtoert en hier en daar als een echte toerist wordt afgezet en weer opgepikt, zie je niet veel buiten wat op het programma staat. Van de haven vingen we alleen een glimp op in de verte.
Vandaag werken we het voorziene programma af. Morgen hebben we een vrije dag. Willy en ik komen zeker terug om Palermo op eigen maat te zien.
Onze eerste indruk als we de stad binnenrijden is: druk, lawaaierig, vol, rommelig en vuil. Morgen zal blijken dat als je te voet de smalle straatjes en binnenplaatsjes van het historische centrum doorkruist, de stad toch een eigen, aparte sfeer heeft.

Met de bus passeren we het 16e eeuwse stadhuis en de Pretorie fontein, het Teatro Massimo, het Teatro Garibaldi en we rijden door de Porta Nuove. Ondertussen geeft onze gids uitgebreid uitleg in het Frans. Wij vinden het chaotische verkeer lachwekkend en ridiculiseren het, terwijl onze Siciliaanse gids zich mateloos ergert en zich er voor schaamt. Op de koop toe zitten we onderweg nog in een file als gevolg van een zwaar ongeluk met een moto.

Ons bezoek aan de stad Palermo beginnen we bij het Palazzo dei Normanni of koninklijk paleis, waar sinds 1947 het Siciliaanse regionale parlement zetelt.
Het paleis is gesloten voor publiek. De Cappella Palatina is alle dagen in de voormiddag te bezoeken.

De Cappella Palatina is eigenlijk de privé kapel van Rogier II uit de 12de eeuw. De kapel is een perfecte vermenging van Arabische, Romaanse en Byzantijnse kunst.
De muren zijn bedekt met prachtige gouden mozaïeken met religieuze thema's. In de koepel zie je de Christus Pantokrator met de engelen er rond, een van de mooiste mozaïekdecoraties ooit door de Byzantijnse kunstenaars gemaakt.
De paaskandelaar van wit, rijkversierd marmer is een typisch voorbeeld van Romaanse beeldhouwkunst.
Heel bijzonder is het kostbare houten plafond met zijn kleurrijk, rijkelijk beschilderd, Arabisch houtsnijwerk.
Jammer genoeg zijn het plafond en ook de troon nu afgedekt wegens restauratiewerken.
"Ergerlijke restauratiewerken", iets waar we tijdens onze rondreis in Sicilië dagelijks mee geconfronteerd worden en waardoor we heel wat moois moeten missen.
Van de Cappella gaan we naar de kerk van San Giovanni degli Eremiti die achter het paleis staat. Het kerkje is kaal en doet Moors aan met zijn bogen en koepels. Van buiten bekeken is het een vierkante klokkentoren met 5 rode koepels. Er hoort een mooi kloosterhof bij met een dubbele rij Corinthische zuilen. Weer pech, het is gesloten omwille van restauratiewerken.
De bus brengt ons naar het onderaardse catacomben aan het Kapucijnerklooster. Hier hangen, staan, liggen honderden mummies uit de vorige eeuw. Een macabere bedoening wat zeker niet voor mij is weggelegd. Terwijl de anderen de catacomben gaan bezichtigen, blijf ik lekker buiten van het zonnetje genieten en sfeer snuiven.
Van de catacomben rijden we naar de Duomo, de machtige kathedraal van Palermo.
De kathedraal, gebouwd in de twaalfde eeuw, werd door de Arabieren omgevormd tot een moskee en vervolgens hersteld door de Normandiërs. Aan het Arabisch-Normandische gebouw is later nog veel veranderd en gerestaureerd. In 1781 voegde architect F. Fuga er, op verzoek van het stadsbestuur, een barokke koepel aan toe. De daken van de zijschepen verving hij door een reeks kleine koepels en in het interieur bracht hij laatbarokke decoratie aan.
In de kathedraal zie je de zes indrukwekkende graftomben van de Siciliaanse monarchie.
We zijn toe aan onze lunch, die voorzien is in een restaurantje hier in Palermo.
We krijgen al direct te horen dat om 13.00u de elektriciteit zal uitvallen waardoor het een romantisch etentje bij kaarslicht wordt.
Na de middag rijden we naar Monreale, voor een bezoek aan de magistrale, Normandische domkerk, de Santa Maria Nuova op het Vittorio Emanuelleplein. Monreale ligt op een berghelling, ongeveer 8km van Palermo. De kerk is in de 12de eeuw gebouwd op initiatief van koning Willem II. Het is het laatste en mooiste bouwwerk uit de Noormannenperiode.
Wat vooral een fascinerende indruk maakt in de dom, zijn de wereldberoemde mozaïeken uit de 12e-13e eeuw, ze bedekken maar liefst een oppervlakte van 6300 m². Overal waar je kijkt schittert het goud. In het middenschip worden taferelen uit het Oude Testament afgebeeld. In de zijschepen zijn de wonderbaarlijke genezingen van Jezus tot leven gebracht. De bronzen deur aan de hoofdingang vertoont 42 taferelen met bijbelse verhalen. De huidige toegang is echter aan de zijgevel. Ook hier zien we een bronzen deur met reliëfs.
Bij de domkerk is een klooster aangebouwd met groot vierkant binnenhof. De 228 tweelingzuilen van de kloostergang zijn stuk voor stuk beeldhouwkunstwerken. De kapiteeltjes zijn versierd met bijbelse, mythologische en wereldse voorstellingen. De Romaanse bouwstijl is in volmaakte harmonie met de Arabische elementen. Er staat een Moors fonteintje: een zuil met een bol van leeuwenkopjes, die water spuwen.
Om af te sluiten kuieren we nog wat op het gezellige pleintje en zoeken afkoeling op een terrasje.
Het was een vermoeiende, hete dag. We hebben enorm genoten van al die rijkdom en pracht maar nu is het even genoeg. Morgen vullen we onze dag zelf in en dat zal heel wat rustiger zijn.
Zaterdag, 27 mei
Willy en ik keren terug naar Palermo, naar de historische stad, de Giardini en de haven. Op een paar 100m van de camping is een bushalte. Door het drukke en chaotische verkeer duurt het wel een uur voor we er zijn. We stappen af aan Quattro Canti, de kruising van de Via Maqueda en de Corso Vittorio Emanuele, hét centrum van de historische stad.
We zijn hier vlakbij de Fontana Pretoria. De helft van de gebouwen op het pleintje staat in de steigers en de fontein is afgeschermd met een ijzeren hek wat het geheel minder attractief maakt. Ondanks genieten we van de prachtige fontein met de witte marmeren beelden. De fontein wordt ook wel eens de ‘fontein van de schaamte’ genoemd omdat bij de onthulling in 1455 veel bewoners geschokt waren omwille van de naakte beelden.
We wandelen de hele via Maqueda door en dan de Via Lincoln tot de Orto Botanico, een van de giardini die we willen bezoeken. Het is er rustig en stil. Wat een verademing en een contrast met de hectische, lawaaierige stad. We nemen onze tijd en genieten van al die exotische bloemen en tropische planten. Het valt me op dat hier veel soorten, mooi gekleurde vlinders rondvliegen en ook nogal grote insecten die ik nooit eerder zag. De watertuin en het gedeelte met de Griekse beelden is afgesloten wegens verbouwingen. Jammer!
Naast de Orto Botanico ligt Villa Guilia, een groot aangelegd openbaar park. Als we de straat ten einde lopen, kijken we uit over de azuurblauwe zee, omgeven door bergen, met links de grote industriële haven van Palermo. We flaneren langs de heel apart versierde promenade en trakteren ons op een van die heerlijke Italiaanse ijsjes.
Dan wandelen we verder langs de Porta Felice. We zijn in de buurt van de Giardino Garibaldi, een tuin met borstbeelden van Garibaldi en zijn roodhemden en met veel oude bomen. Onze tijd zit er echter op. We moeten terug richting Via Vittorio Emanuelle en de Via Roma als we de laatste bus naar Isola delle Femmine niet willen missen.

Thuisgekomen zijn we toe aan een hartige hap. We maken het ons gemakkelijk met een afhaalmaaltijd. Na een ontspannende douche kruipen we vroeg in bed. De avond is koeler en dat is welkom na zo'n snikhete dag.

Zondag, 28 mei
Verplaatsing: van Trapani naar Castellamare del Golfo.
Daarvoor rijden we terug naar de A29 die we ongeveer 38km volgen richting Trapani en nemen de uitrit Castellamare del Golfo. Met de S187 rijden we richting Scopello. De camping ligt zo'n 10km verder. Het is zondag. Toch vinden we onderweg een supermarkt die open is zodat we onze voorraad kunnen aanvullen. Tegen de middag zijn we geïnstalleerd op camping Baia di Guidaloca waar we 4 nachten willen verblijven.

Tot hiertoe zagen we steden, kerken en gebouwen. Nu zitten we middenin de prachtige natuur, dicht bij het Natuurreservaat Lo Zingaro. De camping is ruim, de plaatsen oké, het sanitair kan er door behalve de douches, die laten te wensen over. Ja, dat hoort bij het kamperen. Soms moet je je behelpen met een minimum aan voorzieningen. Het winkeltje is heel beperkt en duur maar de camping is schilderachtige mooi gelegen in een baai aan zee.

In de namiddag rijden we naar Scopello. Willy en ik krijgen een lift van Frieda en Herman. Zij zijn hier met een caravan en hebben dus een auto ter beschikking. Scopello is een klein, idyllisch gelegen plaatsje dat bij Castellamare del Golfo hoort. De berijdbare weg eindigt hier, daardoor is het er zo rustig. Je kunt er volop genieten van het panoramische uitzicht. Op het binnenpleintje van een gezellige herberg kan je onder de olijf- en eucalyptusbomen genieten van typisch Siciliaanse specialiteiten. Een groepje jonge mensen smullen van "een ijsje tussen een broodje". Het blijkt hier plaatselijk een doodnormale zaak te zijn.
Na een tijdje rijden we verder naar een voormalige tonijnfabriek aan zee. De Tonnara is schilderachtig gelegen in een baai tussen de kliffen. De tonijnvangst was een bloederig gebeuren. Nu de tonijnvangst is stilgevallen is het water hier weer smaragdgroen in plaats van rood.

Verplaatsing van Isola delle Femmine in Palermo naar Castellamare del Golfo in Trapani: 80 km           
Overnachting: Camping Baia di Guidaloca           

Maandag, 29 mei
We maken een uitstap naar Segesta met zijn tempel, teatro en archeologische site.
Alleen al door haar prachtige ligging is deze stad, met haar roemrijk verleden, een bezoek meer dan waard. We lopen het wandelpad op tot aan de bijzonder goed bewaarde Griekse tempel met Dorische zuilen. De tempel is gebouwd ongeveer 425 v. Chr. maar is nooit voltooid. Het dak, de cella en de cannelures in de zuilen ontbreken. De blokken die dienden om de touwen aan vast te maken bij het aanvoeren van materialen en die later weggekapt moesten worden, zijn er nog. Door het schitterende, heuvelachtig, wijds landschap eromheen komt de tempel nog meer tot zijn recht. Het geeft je een speciaal gevoel als je hier rondloopt. Later ondervinden we dat de tempel in Segesta en die in Selinunte de enigen zijn waarin je als toerist gewoon kunt rondlopen. De anderen zijn allemaal afgeschermd.
Een sportieve wandeling, ruim 1km bergop, brengt ons naar het Teatro dat 400m hoog, boven op de Monte Barbaro ligt. Van het theater is niet veel overgebleven, alleen de 63m brede orchestra en de 20 rijen in de rots uitgehouwen zitplaatsen. Om de akoestiek te testen zingen Ludo en André een paar aria's die door iedereen vrolijk worden meegezongen.
Je hebt hier een enig uitzicht. In de vallei in het noorden zie je Castellamare del Golfo en in het westen Erice. In de diepte slingert de weinig fraaie, betonnen autosnelweg van Palermo naar Trapani zich als schrijnend contrast door het landschap.
Tijdens de afdaling naar de parking, stoppen we regelmatig om nog eens extra te genieten van het machtige decor van de tempel in zijn imposante entourage.
Na onze picknick brengt de bus ons van Segesta naar de Saline di Trapani.
Vervallen windmolens, verlaten zoutpannen, kanalen en vlakten van water en zout... een apart, desolaat beeld, getuigenissen van de vroegere zoutindustrie.
In het museum aan het restaurantje krijg je een beeld van het harde leven in de tijd toen de saline nog optimaal in gebruik was.
Om de dag af te ronden rijden we nog naar Erice dat op een 800m hoge kalkrots ligt. Het middeleeuwse stadje leeft van toerisme. Je vindt er werkplaatsen met aardewerk, sieraden, tapijten, zoete gebakjes en de likeur "Ericino".
Voorbij de Porta Trapani zie je al onmiddellijk de Domkerk. Door een wirwar van smalle, pittoreske straatjes komen we op de Piazza Umberto, het stadscentrum met het stadhuis en het museum Cordici. Café Maria is bekend voor zijn diverse soorten koffie en zoetigheden. Wij houden het bij een cappuccino op een van de gezellige terrasjes op het plein terwijl we de toeristische bedrijvigheid rond ons observeren.
Als we onze wandeling verder zetten komen we aan het 14e eeuwse Castello Pepoli. Hoger, op de uiterste rotswand, zien we de ruïne van de Normandische burcht "Castello di Venere". Hier kunnen we weer eens genieten van een buitengewoon panoramisch zicht op de omgeving, op de zoutpannen aan de kust en op de stad Trapani. Bij helder weer zie je tot de Egadisch eilanden, zelfs tot de Tunesische kust.
Dinsdag, 30 mei
Al heel vroeg 's morgens komt een extra lang vehikel de camping op gereden, een bus met een enorme aanhangwagen. Een rollend hotel met Duitse toeristen. Achter de aanhangwagen werd een tent neergelaten en op een paar minuten creëerden ze een keuken met al de nodige toebehoren. Hun maaltijd gebruiken ze buiten. Iedereen helpt en heeft een taak. Overdag reizen ze in de autobus, 's nachts slapen ze in de aanhanger, in cabines die sterk gelijken op laden boven elkaar. Een heel drukke, goed georganiseerde bedoening. Nog nooit gezien, een Rotel!

Wij maken weer een daguitstap met de bus. Om te beginnen brengen we een kort bezoek aan de Cava di Cusa, de antieke voormalige steengroeve waar het materiaal voor de tempels van Selinunte vandaan kwam. Sinds 409 v. Chr. wordt ze niet meer gebruikt. Je ziet hoe de zuilen trommels uit de rots gehakt werden. Slaven sleurden de reusachtige zuilen nadien in speciale houten frames naar de tempelcomplexen. Nu is de plaats begroeid met olijfbomen.
<
In een verlaten landschap, op een plateau aan zee, liggen de indrukwekkende ruïnes van de tempels van Selinunte en de Acropolis. Omdat men niet weet aan wie deze tempels toegewijd waren, heeft men ze met E, F en G aangeduid. In 409 v. Chr. werden de tempels volledig verwoest door de Carthagen. Op de koop toe werd Selinunte in de 7e eeuw getroffen door een hevige aardbeving zodat van de tempels alleen nog ruïnes resten.
Tempel E werd heropgebouwd in 1958. De oorspronkelijke tempel G was meer dan tweemaal zo groot als de beide andere. Het was de grootste tempel van Sicilië na die van Zeus in Agrigento.
In de verte zie je de Acropolis. De bus brengt er ons naartoe. Het grootste deel staat in stellingen voor heropbouw of restauratie.
Tegen de middag arriveren we in een restaurantje aan zee. Tot hiertoe bestond onze lunch uit: pasta, een bordje sla, vis of vlees of pizza en een dessertje. De zwaardvis die ze overal serveren is heel lekker. Maar het lunchbuffet, met verschillende soorten vis en groenten dat ons hier gepresenteerd wordt, is een aangename verrassing. Eindelijk groenten! Nadien lekker wat luieren op het privé-strandje van het resto voor we onze uitstap verder zetten.

Marsala is vooral bekend voor de productie van de Marsalawijn. Wij zijn hier te gast bij de wijnkelders van Pelligrino voor een rondleiding en proeverij.
Nadien bezichtigen we het stadje. Smalle straatjes brengen ons naar de Piazza della Republica en naar een gezellig binnenpleintje met een mooie fontein, omgeven door oude bomen, ideaal om een terrasje te doen. Op onze terugweg naar Castellamare del Golfo was de buschauffeur zo lief om aan een supermarkt te stoppen zodat we onze inkopen konden doen, want het winkeltje op de camping is, zoals ik al vernoemde, héél beperkt.
Woensdag, 31 mei
In de voormiddag wagen we ons aan een wandeling in het natuurreservaat Lo Zingaro. Dit onaangetaste natuurgebied ligt tussen Scopello en San Vito lo Capo. Het gebied is 7km lang en er zijn geen berijdbare wegen. Langs aangelegde wandelpaden loop je door een bijna tropische natuur, tussen de bergen en de zee. Je kan er genieten van de zeldzame fauna en flora. De Grotta dell'Uzzo die we passeren was al bewoond in de prehistorie. Her en der zijn idyllisch baaitjes met keienstrand en glasheldere water. Ideaal voor een frisse, afkoelende duik en om te picknicken.
Aan de ingang zien we een paar authentieke carretto's staan. Carretto's zijn houten beschilderde boerenkarren. Samen met ezels en muildieren was dit vroeger hét transportmiddel bij uitstek op het platteland. De oudste is uit de 18de eeuw. Nu zie je ze op toeristische plekken als attractie staan. Het zijn echte kunstwerken! Tot het kleinste deel toe is beschilderd met bloemen en taferelen.

Na onze wandeling doden we de rest van de dag met luieren aan zee.

Camping Baia di Guidaloca is niet luxueus, eerder het tegendeel. We kwamen van kennissen te horen dat in San Vito lo Capo een eerste klas camping is, El Bahira, met zwembad, zicht op zee, net sanitair, wasmachines... Goed om weten voor een volgende keer.

Donderdag, 1 juni
08.00u en slechts 12°C! Wat krijgen we nu! Regen? Gisterenavond was er al een frisse wind en temperatuurdaling.
Verplaatsing van Scopello naar Agrigento.
We rijden terug naar de A29 richting Trapani- Mazara del Vallo en volgen de aanduidingen voor Mazara del Vallo. In Castelvetrano verlaten we de A29 en nemen de SS115 richting Sciacca-Agrigento en volgen bij de splitsing richting Siracusa. In San Leone verlaten we de SS115 en volgen de aanduidingen voor de camping.
Het regent de hele tijd, zelfs tegen de middag stijgt de temperatuur niet boven 13°C. Goed dat dit juist op een dag is dat we ons verplaatsen. Ongeveer 14.00u arriveren we op Camping Nettuno in San Leone en het is ondertussen gestopt met regenen.
Tot nu logeerden we aan de Tyrrheense Zee; San Leone ligt aan de Middellandse Zee.

De camping heeft een doorgang naar een zandstrand. De duinen zijn begroeid met lage gewassen, helmgras, mooie blauwe distels, kleine witte lelies, ... en er liggen en hangen honderden kleine slakjes in het zand en in de planten. Het is hier zalig rustig.

Zwerfvuil is een groot probleem in Sicilië. Op de privé-stranden valt het nog mee, veel stranden zijn een grote vuilnisbelt. Ook op parkings of op braakliggende terreinen zie je massa’s vuilnis. Zonde om die prachtige kust en omgeving op die manier te verpesten!
Als ik tegen zonsondergang terug naar het strand wil om foto's te nemen is het hek al gesloten. Wat een tegenvaller!

Verplaatsing van Castellamare del Golfo in Trapani naar San Leone in Agrigento: 159 km
Overnachting: Camping Nettuno


Vrijdag, 2 juni
Het zonnetje is weer van de partij en de temperatuur zit in de lift. Om 11.00u nemen we, aan de camping, een lijnbus naar de Vallei der Tempels waar een gids ons opwacht.
Het wordt een fascinerend bezoek vooral door de schitterende omgeving waarin de vallei ligt. In de verte op de heuvel ligt de stad Agrigento, aan de andere kant ligt de zee. Tussen de tempels en het hooggelegen Agrigento ligt een onbebouwde vallei. Nergens vind je zo'n perfecte harmonie tussen natuur en cultuur.
De meeste tempels liggen op een heuvelrug met de oude stadsmuur erlangs.

De vallei bestaat uit een oostelijk en een westelijk deel, die van elkaar worden gescheiden door de weg van Agrigento naar San Leone. Beide delen zijn omheind. Een toegangskaartje kost 6 euro, 65 plussers kunnen gratis binnen.
We starten ons bezoek bij het westelijke deel. Hier staat nog weinig overeind. Je vindt er de schamele overblijfselen van de tempel van Castor en Pollux en de puinhoop van wat ooit de monumentale Tempel van Zeus was. Er ligt een kopie van de kolossale Telamonen die de tempel van Zeus sierden. Telamonen zijn de mannenfiguren die de machtige architraaf van de tempel op hun opgeheven ellebogen droegen.
Aan de overkant van de weg ligt het oostelijk deel. Een weg leidt ons de heuvel op, naar de Tempio della Concordia. De wandeling naar de Concordiatempel op zich is een belevenis. Je loopt er tussen de olijfbomen, amandelbomen, veelkleurige bloemen, cactussen, heel oude bomen, ... . Je passeert er langs een aantal vroegchristelijke graven. De Dorische Concordiatempel werd in 430 v. Chr. gebouwd en is een uniek voorbeeld van de klassieke tempelbouwkunst. Samen met het Theseiontempel in Athene en de Poseidontempel in Paestum is het de best bewaarde tempel uit de Griekse Oudheid. Dit komt doordat hij in 6e eeuw omgebouwd werd tot kerk. Je kan de boogconstructies in de cella nog zien. Wij hebben pech, ook hier zijn restauraties bezig. De meest oostelijke gevel is zelfs helemaal afgedekt met een zeil, een soort "trompe l'oeul". Dit verpest natuurlijk het prachtige totaalbeeld van deze schitterende tempel.
Ondanks blijft de tempelvallei voor mij een van de meest interessante archeologische sites die ik in Sicilië bezocht.
In de late namiddag zijn we thuis en kunnen ontspannen aan zee. De koude zeebries maakt dat we toch niet geneigd zijn om in het water te duiken. Het water is nogal wild; de schuimende golven slaan over de rotsen die op het strand liggen. Over het strand en de zee zie je aan de horizon de bergen en Agrigento liggen, een enig vergezicht.
's Avonds gaan we met de hele groep uit eten in het restaurant van de camping. Het Italiaanse etentje (pasta-slaatje-zwaardvis-gelato-lokale wijn) valt best mee. Het is een gezellige avond. Moe en voldaan geraken we uiteindelijk laat in bed.


Zaterdag, 3 juni
Op ons agenda staat het Centro Storico van Agrigento.
Agrigento ligt op de heuvels van een bergplateau tussen twee rivieren. Het klimaat is er aangenaam en mild. Midden in de winter vieren de inwoners de "Sagra del Mandorlo in Fiori" of het "Feest van de bloeiende amandelbomen".
Doordat de Pelagische Eilanden bij Agrigento horen is deze provincie de meest zuidelijkste van Sicilië en van Italië. Het meest zuidelijkste eilandje ligt op 150km van Tunesië.

We nemen de lijnbus tot Piazza Marconi. Met smalle straatjes en honderden trappen moeten we naar de hooggelegen oude stadskern. Onderweg willen we een bezoek brengen aan de Chiesa e Monastero di S.Spirito, een apart kerkje met museum, klooster en kloostertuin. Het kerkje is gesloten want gisteren was het de "Dag van de Republiek" en nu moet er dus gepoetst worden. De oude Théréza werd opgetrommeld en zorgt ervoor dat we toch in het museum en de tuin kunnen. Ze maakt er gebruik van om ons te verleiden tot het kopen van, door de nonnetjes zelfgemaakte, amandelkoekjes. Suikerzoet en lekker!!!
We klimmen verder naar boven en komen langs het stadhuis, het museum van de beroemde roman- en toneelschrijver Luigi Pirandello en uiteindelijk aan de Duomo. Wat een teleurstelling! Het interieur staat in de steigers. Het spectaculair panoramisch zicht maakt dat het toch de moeite waard was om tot hier te komen.
Dan beginnen we aan onze afdaling naar het plein aan het station, ondertussen genietend van de aparte sfeer en de winkeltjes.

Om 14.OOu zijn we aan onze Casa Flora. De rest van de dag profiteer ik ervan om te struinen in de duinen en foto's te nemen van de fauna en de flora, de zee, het strand, de bergen, de mooie natuur ... .

Zondag, 4 juni
Verplaatsing van Camping Nettuno in San Leone bij Agrigento naar Camping Mokambo in Fondachello (provincie Catania) aan de voet van de Etna.
Van de Middellandse Zee trekken we naar de Ionische zee. Eerst volgen we de SS115, dan nemen we de S640 richting Caltanissetta-Enna. Na zo'n 70km komen we aan de tolvrijde autosnelweg A19 Palermo-Catania die we oprijden richting Catania. Ongeveer 100km verder, als we Catania naderen, verlaten we de A19 en volgen de wegwijzers naar Messina. Voorbij de ringweg van Catania nemen we de tolweg A18 richting Messina en verlaten die in Giarre. Vanuit Giarre rijden we naar Fondachello aan de zee en volgen de aanduidingen voor Camping Mokambo.

Onderweg hadden we moeilijkheden met de betaalautomaat bij het tanken. Gelukkiglijk werden we gered door een paar erg behulpzame Sicilianen.
's Avonds op de camping bekijken we een videofilm over de Etna als voorbereiding op onze uitstap van morgen.

Verplaatsing San Leone in Agrigento naar Fondachello in Catania: 223 km
Overnachting: Camping Nettuno


Maandag, 5 juni
We maken een excursie naar de Etna, de grootste nog actieve vulkaan in Europa.

De hoogte van een vulkaan is onderhevig aan voortdurende veranderingen. Tegenwoordig is de Etna 3300m hoog en heeft een omtrek van 270m aan de voet. Tot nu waren er ongeveer 230 uitbarstingen. Er is een centrale krater en door de vele uitbarstingen zijn ongeveer 200 nevenkraters ontstaan. De Arabieren noemden hem "De Berg". Ook de plaatselijke bevolking spreekt nog van "La Muntagna". In het voorjaar staan er ontelbare bloemen op de hellingen, vooral brem en wijngaarden doen het goed op lavagrond en in de winter kan men skiën op de top.
Het indrukwekkende silhouet van de majestueuze vulkaan met zijn rookpluimpje steekt overal bovenuit en domineert het Eiland.
In de Griekse mythologie werd deze berg gezien als de woonplaats en smederij van de zoon van Zeus en Hera: Hephaistos, de god van het vuur. Aardbevingen en uitbarstingen waren het gevolg van zijn activiteiten. Ook Odysseus zou vanop deze berg belaagd zijn door cyclopen die hete brokstukken naar beneden gooiden.

Ondanks de angst voor de voortdurende uitbarstingen blijven de Sicilianen hier wonen en de vruchtbare hellingen bebouwen. De vegetatie verandert met de hoogte. Je vindt er citrusgaarden, hogerop meer wijngaarden en zuiderse planten. Beuken, berken, eiken voeren naar de verlaten sintelvlakte van de top. Op 2900m bevindt zich een ruige, grijze vlakte met in het midden de hoofdkrater omringt door de kraterrand. Uit de gestolde lava worden stenen gekapt voor huizen, kerken, voetpaden, ...
Bezoek je Sicilië dan moet je absoluut ook naar de top van de Etna. Je doet dit beter niet met je wagen, want dat kan verkeerd aflopen.
We vertrekken heel vroeg met de bus. Om 09.00u zijn we al op 1923m hoogte. Het kabelspoor brengt ons hogerop tot 2504m. Met terreinwagens komen we tot 2920m en vanaf dit punt moeten we te voet verder voor een bezoek aan de krater. Een bezoek aan de kraters is niet zonder gevaar en moet onder leiding van een ervaren gids.
Tijdens de rit naar boven zie je het landschap veranderen van heel vruchtbare hellingen naar een soort maanlandschap van gestolde lavastromen. Het is bitter koud hierboven. Op de lavastenen liggen prachtige ijsformaties. De grond voelt nochtans warm aan, je kan er je koude handen aan warmen. Op 10m diepte is De lucht is helder en open. Aan de ander kant van de krater zie je minimensjes op de rand lopen. Je ziet oneindig ver, een machtig panorama! Af en toe stijgt een wolk warme rook op uit de krater. Volgens de gids is dit niet gevaarlijk want ze bevat geen gas. Tegen het einde van de rondleiding steekt de mist op. De gids raadt ons aan dicht bij elkaar te blijven. De mensen die nu aankomen hebben minder geluk. Bij mistig weer, als er wolken rond de top hangen, zie je niets en is er geen rondleiding. Het bezoek aan de top van de Etna was een overweldigende ervaring en maakte een blijvende indruk.

Dinsdag, 6 juni
Taormina: dé toeristische trekpleister van Sicilië. Door zijn micro klimaat, prachtige zandstranden, schitterende natuurlijke ligging en het historisch, cultureel en archeologisch erfgoed een van de meest geliefde plekken van het eiland. Je ziet hier uitzonderlijk veel zuiderse bloemen en bomen: bougainvilles, lantanas, ibiscus, weelderig bloeiende paarse jacarandebomen, magnoliabomen met reuzenbloemen, parapludennen, ...
De stad is ingeklemd tussen twee bergtoppen, op een 225m hoog plateau, aan de voet van de Monte Tauro, boven een prachtige baai met op de achtergrond de Etna.
Ons bezoek begint bij het Theatro Greco waar in de 3de eeuw v. Chr. de Griekse toneelspelen werden opgevoerd. In de 2de eeuw v. Chr. is het herbouwd door de Romeinen, op de vroegere Hellenistische structuur, tot wat nu te zien is. In die tijd kwam het volk hier om de bloeddorstige schouwspelen bij te wonen. De ruïnes van dit klassieke theater zijn uitstekend bewaard en gerestaureerd.
Bovendien word je hier getrakteerd op een weergaloos uitzicht. Je ziet de kust van Calabrië, de azuurblauwe Straat van Messina, de Ionische kust van Sicilië en, doordat een deel van het toneel is weggehaald, zie je in de verte de overal opdoemende Etna. In het westen zie je bovenop de Monte Tauro, schilderachtig en geïsoleerd, het middeleeuwse dorpje Castelmola liggen met de ruïnes van het kasteel.
Van het theater gaan we naar de Villa Communale dat bovenaan een rotswand ligt. Een Engelse dame, die haar hart aan Taormina verloren had, schonk het park aan de stad. Nadien wandelen we naar een uniek uitzichtpunt waar je weer eens kan genieten van een panoramisch zicht over de prachtige baai van Isola Bella en Capo S.Andrea.
Ons bezoek aan het centrum van Taormina sluiten we af, kuierend door de Corso Umberto waar het wemelt van winkeltjes, bars, terrassen, restaurantjes en hotelletjes. Het interieur van het Informatiebureau in de Corso Umberto, dat op een mooi binnenpleintje ligt, is voor toeristen heel aantrekkelijk ingericht en op zich een bezoekje waard. Buiten grote wandposters van de streek zie je er een hele wand met pupi siciliani, de populaire Siciliaanse poppen. Er staan ook een paar uitzonderlijk mooie carretto's die tot in het kleinste detail kunstig beschilderd zijn.
Tegen de middag rijdt de bus ons naar de bekende Gole d'Ancantara. Eerst picknicken op het gezellige terrasje aan de ingang en dan kunnen we beginnen aan de afdaling naar de kloof. Er is een lift maar we verkiezen met de trap.
De kloof van Alcantara is een woeste kloof aan de groene vallei van de Alcantarastroom met in het smalste stuk een waterval. Gestolde lavastroom heeft zich omgezet in basalt, door erosie is de diepe kloof ontstaan. Het begin van de kloof is een breed stuk rotsige rivierbedding. Het water is er ijskoud. Met gehuurde lieslaarzen kan je de steeds nauwer wordende kloof inlopen, best met gids want het is niet ongevaarlijk. De stenen zijn soms glad en hier en daar is het plots veel dieper. John had geluk. Hij waagde zich in het brede stuk iets verder om foto's te nemen van de grillig gevormde, zwarte, vulkanische rotswand en gleed uit. Hij kwam er vanaf met een natte broek. Hij zou niet de eerste zijn die met camera en al het water invalt met de onprettige gevolgen van dien.
Het is fijn om de dag af te ronden met een brok natuur.
Woensdag, 7 juni
In principe is dit een vrije dag, er is geen uitstap georganiseerd.
Willy en ik dachten eerst naar Catania, de economische hoofdstad van het eiland, te gaan. Nog eens een drukke stad bezoeken. Neen liever niet. We keren samen met Herman en Frieda terug naar Taormina om er gezellig rond te hangen. Daar is nog zoveel te zien en de omgeving is er zo mooi.

We rijden tot Mazarò, met zijn mooi zandstrand, het eigenlijke strand van Taormina. Met de kabelbaan komen we in de stad aan de Porta Messina, het begin van de Corso Umberto. Wandelend door de hoofdstraat belanden we bij de Porta di Mezzo en de riante Piazza 9 Aprile met de Torre dell'Orologio, de Chiesa di S.Guiseppe en Café Wunderbar, het café waar vroeger alle sterren plachten te komen.
Een eindje verder is nog een gezellig pleintje, de Piazza Duomo het middelpunt van de stad, met de Duomo S.Nicolò, die gesloten is, het Palazzo Communale en een barokke fontein met vier waterspuwers rond. Centraal op de fontein staat de afbeelding van een tweepotige, vrouwelijke centaur, het symbool van Taormina.
De Corso Umberto eindigt bij de Porta Catania. We slenteren terug tot waar we met een smal straatje aan de Naumachie komen. De Naumachie is een 122m lange Romeinse, steunmuur met nissen en 18 bogen die ooit een grote cisterne overspanden. Langs de muur is een lange, smalle tuin aangelegd zodat toeristen toch nog iets van de muur kunnen zien.
Na een verfrissing op een van de terrasjes keren we terug naar Mazarò want we willen nog naar de Capo di S.Andrea. Er is een trap die langs bloeiende bougainvilles naar beneden voert. We doen het rustig aan vandaag en verkiezen de kabelbaan.

Wegenwerken en eenrichtingsverkeer zorgen ervoor dat we Capo di Santa Andrea mogen vergeten. Vroeger dan gepland zijn we terug op de camping. Hier picknicken heeft ook zijn charme en er blijft nog tijd over om naar ons eigen strandje te gaan snorkelen. Het water is glashelder, er valt weinig te zien buiten een paar scholen grijze vissen, toch is het plezant.
Lekker uit Siciliaanse mosselen eten maakt onze dag compleet.


Donderdag, 8 juni
Onze laatste uitstap op Sicilië gaat naar Siracusa. De stad is schilderachtig gelegen in een baai aan de oostkust en was de rijkste van de antieke Griekse wereld.
Het huidige Siracusa is een belangrijk archeologisch centrum, een badplaats, een toeristische stad en een handels- en industriestad. Zoals bij veel Siciliaanse steden zijn de buitenwijken lelijk door moderne bouw en druk verkeer.
De historische stad ligt op het eiland Ortigia en getuigt van de grootsheid en rijkdom van weleer. In de bloeitijd was het een ommuurde citadel. Nu nog wordt het oude centrum gekenmerkt door middeleeuwse en barokke gebouwen en door de indrukwekkende vestingmuren.
Onze gids pikken we op bij onze eerste stop aan de futuristische kerk, het Sanctuarium van de Madonna delle lacrime, het heiligdom van de Maria in tranen. Met de bouw werd begonnen in 1954 toen een klein beeldje in klei van de maagd Maria op wonderbaarlijke wijze echte tranen weende. Sindsdien is het een bedevaartsoord.
Het is een uiterst modern bouwwerk, volledig in beton opgetrokken.
We rijden verder naar het Parco Archeologico, de Griekse en Romeinse ruïnes in Neapolis.
Zoals op alle toeristische plaatsen is de toegang geflankeerd door kleurrijke souvenirkraampjes. Het Griekse Theater is een van de mooiste en grootste theaters uit de oudheid. Het ligt tegen een heuvel aan en de cavea of toeschouwersruimte kijkt uit over het landschap van Siracusa met de zee op de achtergrond.
Iets hogerop zie je in de muren graven van Byzantijnen en Christenen uit de 1ste eeuw n. Chr. en de vermoedelijke graftombe van Archimedes.

Wandelend door mooie tuinen kom je aan de Latomia del Paradiso, een antieke steengroeve die eeuwenlang geëxploiteerd is om bouwmaterialen aan de stad te leveren. In 413 v. Chr. was het ook een gevangenis voor Atheense krijgsgevangenen. We lopen ook even binnen in het Oor van Dionysos, een S-vormige grot in de vorm van een oor, met een geweldige akoestiek.

Langs een laantje met sarcofagen komen we bij de resten van het Romeinse Amfitheater. Het is grotendeels in de rotsen uitgehouwen in de 1ste eeuw n. Chr. Enkel het onderste gedeelte is overgebleven.
Tegen de middag brengt de bus ons tot aan de brug die Ortigia met het vasteland verbindt. Na een lange wandeling door de smalle straatjes komen we aan restaurant Minerva waar we gereserveerd hebben om te lunchen. Het restaurant ligt op de Piazza del Duomo, op het hoogste punt van het eiland Ortigio. De domkerk heeft een imposante 18e eeuwse barokke voorgevel. Alle gebouwen op dit sfeervolle plein getuigen van de vroegere weelde en rijkdom.
Onze gids leidt ons verder naar de Zoetwaterbron van Arethusa en naar de ruïnes van de Apollotempel. Op onze terugweg naar de bus zien we nog een demonstratie van een mooi versierde, bespannen carretto die toeristen de stad rondrijdt.

Siracusa ligt 100km van Fondachello, komt daarbij nog dat we op het spitsuur naar huis rijden met de daarbij horende files en het is 19.00u voor we op camping Mokambo zijn.
Dat was het dan! Onze laatste dag op Sicilië! Morgen verplaatsen we ons naar het vasteland.


Vrijdag, 9 juni
Verplaatsing van Fondachello (provincie Catania) naar Marina di Nocera Terinese (regio Calabrië- Z.Italië).
We rijden terug naar de tolweg A18 en volgen die richting Messina. In Messina-Boccetta verlaten we de snelweg en volgen de borden die verwijzen naar het overzetveer van de passagiershaven van Messina.
Na ongeveer 45 minuten ontschepen we op het vasteland. Nu volgen we de aanwijzingen voor de "autostrada" Salerno, de tolvrije A3. We rijden zo'n 130km door Calabrië. Het valt ons onmiddellijk op dat het landschap in Calabrië groener en frisser is. We nemen de uitrit Falerna en met de SS18 rijden we nog 4km verder richting Salerno en volgen de aanwijzingen voor de camping.
13.00u: we zijn geïnstalleerd op Camping Villagio Tamerice. De camping ligt aan zee en heeft een privé doorgang naar het zandstrand. We blijven hier één nachtje, op doorreis naar Paestum, lang genoeg om onze voorraad aan te spekken en een beetje op adem te komen.

Verplaatsing van Fondachello in Catania naar Marina di Nocera Terinese (regio Calabrië-Z.Italië): 215 km  -   Overnachting: Camping Villagio Tamerice



Zaterdag, 10 juni Verplaatsing van Marina di Nocera Terinese naar Paestum in de regio Campania.
De kustweg SS18 naar Paestum, langs de Golfo di Policastro, is bijzonder mooi, aan de ene kant ligt de Mare Tirreno, aan de andere kant het prachtige berglandschap. Tot Sapri gaat het vlotjes. Daarna volgt een moeilijker maar niet minder mooi stuk. De weg is smal en kronkelend met S-bochten, met aan de ene kant rotswanden en aan de andere kant diep, steil beneden ons, de zee. In Policastro moeten we het binnenland in.
Na een paar moeilijke keuzes tussen een berg wegwijzers komen we op een nieuwe Expresweg richting Salerno. Vanaf hier loopt het als een trein en het landschap blijft bijzonder mooi.
Na 248km arriveren we om 14.00u in Paestum op Camping Villagio Nettuno.
We hebben nog een hele namiddag om te bekomen van de reis en te genieten van zee en strand. Het zwembadwater is te koud, we verkiezen het iets warmere zeewater. Het privé-strand is vrij proper; het openbaar strand er naast is schandalig vuil.

Verplaatsing van Marina di Nocera Terinese naar Paestum (regio Campania): 248 km
Overnachting: Camping Villagio Nettuno




Zondag, 11 juni
Met de beschikbare wagens rijden we naar de Archeologische Site van Paestum, zowat 5km verder, waar we een interessante rondleiding krijgen door een Franstalige gids.

In de 7e eeuw v. Chr. stichtten de Grieken de stad Poseidonia, genoemd naar de god van de zee Poseidon, en begonnen met de bouw van de tempels, de Tempio di Poseidone. Deze belangrijke tempelstad uit het oude Magna Graecia kreeg later de Romeinse naam Paestum. Na de Romeinse periode nam in de 4de eeuw het belang van de stad af en veranderde in een moeras met Malaria. In de Middeleeuwen werd het gebied helemaal verlaten. Paestum kwam pas opnieuw in de belangstelling na de herontdekking van de Romeinse steden Pompei en Herculaneum, toen in 1752 in opdracht van koning Karel (IV) van Bourbon een weg (de huidige rijksweg SS18) naar het zuiden werd aangelegd.
In Paestum vind je drie goed bewaard gebleven Dorische tempels uit de eerste helft van de 6e eeuw v. Chr. Twee ervan zijn gewijd aan de Griekse godin Hera, de derde aan Athena. De site ligt in een riant landschap wat een bezoek nog aantrekkelijker maakt.
Als je Paestum aandoet moet je absoluut ook het archeologisch museum binnen. Het ligt tegenover de archeologische site aan de andere kant van de souvenirtentjesstraat.
Bij het binnenkomen zie je al direct de 34 metopen van de vroegere Hera-tempel, de pronkstukken van de collectie. De sculpturen (6e eeuw v. Chr.) zijn de belangrijkste uit het Magna Graecia. Een van de metopen toont Sisyphus terwijl hij zijn rotsblok tegen de berg opduwt. Een andere beeldt de zelfmoord van Ajax uit.
Je ziet er ook twee prachtige Griekse vazen die, toen zij gevonden werden, gevuld waren met melasse. Doordat de vazen afgesloten waren met een laagje bijenwas is alles zo goed bewaard gebleven. Verder zijn er nog veel waardevolle vazen en andere voorwerpen en gerecupereerde stukken van tempels te bezichtigen. Het hoogtepunt van het museum is zonder twijfel: de graftombe van de duiker, la tomba del tuffatore.
De Griekse bouwwerken en beelden waren vroeger bedekt met weelderige beschilderingen. In 1968 ontdekte men in Paestum de 'Tombe van de Duiker' uit 470 v. Chr. Het graf was gedurende 2500 jaar afgesloten voor licht en lucht, daardoor zijn de beschilderingen aan de binnenkant van het grafmonument nog in perfecte staat. De vijf beschilderde stenen bevinden zich in het museum, een uniek overblijfsel van de Griekse beschaving. Je ziet de duiker het water in springen, als uitbeelding van het einde van zijn aardse leven; dan is er het gastmaal dat ter verering van de dood gegeven wordt; op een andere steen zie je een aangeschoten Griek die op het punt staat zijn wijnkelk weg te gooien; verder zie je een bed waar twee mannen elkaar verliefd aankijken (twee mannen die de liefde bedrijven was een doodgewone zaak in de tijd van de oude Grieken); en dan zie je nog een man met een ei in de hand, als symbool van nieuw leven.

13.00u: We zijn terug aan de camping. Het weer is omgeslagen, een grijs wolkendek hangt boven ons, erger nog, het begint te regenen. Onze namiddag valt letterlijk in het water.


Maandag, 12 juni
Verplaatsing van Paestum naar Sorrento.
Met de SS18 rijden we richting Salerno en komen bij Battipaglia op de drukke snelweg A3-E1 die we volgen richting Napoli en verlaten bij uitrit Castellamare. Nu volgen we de kleine, bochtige SS145 richting Sorrento. We moeten door het ultradrukke centrum van Sorrento. Camping Nube d'Argento ligt net door het centrum.

Sorrento ligt in de regio Campania, op het schiereiland van Sorrento, het Penisola di Sorrento, dat de Baai van Napels scheidt van de Golf van Salerno.
Behalve het toerisme zijn ook de citroenplantages, olijventeelt en wijnbouw belangrijk voor de stad. Mozarello di Buffalo is hét product van de streek. Je kan er niet naast kijken, overal prijzen grote reclameborden de kaas aan. Dan is er ook nog de typische limoncello-likeur die in alle mogelijke maten en prijzen verkocht wordt.
Sorrento is een overdrukke stad. Dit komt ook doordat er slechts één ringweg is naar het schiereiland. "Vespa's" zijn dan ook hét vervoermiddel om je door de stad te bewegen. Ze vliegen je als wespen rond de oren en wringen zich overal tussendoor. "Vespa" is trouwens Italiaans voor "wesp".
Willy hoopte door het centrum te zijn tijdens de siësta en dat is hem ook aardig gelukt. Ondanks was het verkeer niet te doen. In de laatste kilometer rijden we door een smal eenrichtingsstraatje waar een auto midden op de weg geparkeerd staat. We steken voorbij en raken met ons zijlichtje de luifel van een chique sportzaak. De eigenaar zag het gebeuren en maakte grote heisa. Nochtans was er geen schrammetje op de luifel, alleen ons lichtje was eraf. Ondanks ontstond er een groot gekrakeel in het Italiaans met de bijhorende file. Ons geen zorg, we zijn er goed weg geraakt.
Om 15.00u komen we aan in de terrassencamping Nube d'Argento. De camping is niet zo simpel binnen te rijden. Je kan er maar langs een kant van de weg in. Als je uit het centrum van Sorrento komt moet je wel 500m verder rijden, proberen te draaien en dan kan je de steil afdalende toegang inrijden.
Aan de andere kant is de camping uitstekend gelegen, op wandelafstand van het centrum van Sorrento, in de nabijheid van prachtige, historisch belangrijke steden zoals Pompeï, Napels, de Amalfitaanse kust en idyllische eilanden zoals Capri.

Met een trap (zo'n 150 treden) kom je bij een vissershaventje beneden aan zee.
's Avonds maken we al kennis met het stadsleven, wat niet veel voorstelt. Behalve veel, drukke, smalle straatjes met winkeltjes is hier niet veel te beleven. Limoncello, fruit, noten, souvenirs, beschilderd houtwerk, het is hier allemaal te koop. Bars, restaurantjes, muziek ... de stad leeft. Nu het wereldkampioenschap voetbal bezig is en de Italianen een grote kans maken, staan overal grote televisies. De matchen worden zodanig hevig gevolgd dat winkeliers geen tijd hebben om je te bedienen of af te rekenen. Overal hangen vlaggen uit en is er muziek, lawaai, getoeter, ... een natuurlijk gevolg van het Italiaanse chauvinisme. Dat de Italianen uiteindelijk wereldkampioen geworden zijn, is wat mij betreft voor een groot deel te danken aan de nationale steun van de supporters.

We blijven 6 dagen op deze camping in Sorrento, ons laatste verblijf in Z.Italië. We moeten wel meegenieten(!?) van het feestgedruis en het vuurwerk iedere avond.

Verplaatsing van Paestum (regio di Campania) naar Sorrento (regio di Campania): 109 km
Overnachting: Camping Nube d'Argento



Dinsdag, 13 juni
We doen een begeleide uitstap naar de dode stad Pompeï en de Vesuvius.
Om 09.00u bereiken we Pompeï. Eindelijk worden we Nederlandstalig gegidst. Jana is een lieve en bekwame gids en zal ons ook in Napels en Capri rondleiden.

Pompeï werd in 79 n. Chr. door een uitbarsting van de vulkaan Vesuvius onder de as bedolven. De Romeinse schrijver Plinius was ooggetuige van de verschrikkelijke uitbarsting. Zijn oom Plinius Major was omgekomen bij de uitbarsting. Hij schreef: "Op 24 augustus, rond 1 uur 's middags, maakte mijn moeder mijn oom op een rare wolk opmerkzaam. We begrepen het eerst niet, later wel dat deze van de Vesuvius kwam. De wolk leek op een pijnboom, omdat hij eerst hoog opsteeg als een stam en daarna in takken uiteen waaierde."
Veel van de 20 000 inwoners werden zo verrast dat zij zelfs de tijd niet hadden om te vluchten, 2000 mensen kwamen om. Ze stierven door verstikking, instortende huizen of lavasteen. 3 dagen later trok de rook een beetje weg en was te zien dat de stad onleefbaar was geworden. De stad lag op een afstand van 8,5 kilometer van de Vesuvius en nu lagen de stad en omgeving onder een 6 à 7m dikke laag as en steen.

1800 jaar later werd de stad langzaam, beetje bij beetje, opgegraven. Het voorzichtig uitgraven van de stad duurde 150 jaar.
De blootgelegde gebouwen, standbeelden, fresco's en schilderingen bleven uitzonderlijk goed bewaard. Het wegdek van de straten was nog volledig intact. Over de weg lopen stenen die ervoor zorgden dat je, als het hard regende, de weg over kon zonder natte voeten op te lopen. De weg liep ook schuin af, zodat het regenwater en het rioolwater in de goten liep. In sommige wegen zie je nog duidelijk de sporen van wagenwielen.
Je kan er afgietsels bekijken van mensen die door de ramp ter plaatse overleden. Omdat ze levend verbrand werden en meteen daarna onder een meters dikke laag as en steenbrokken werden bedolven, zijn de lichamen heel goed geconserveerd gebleven. Door de aslaag werden ze langzaam keihard, waardoor nu gemakkelijk een gipsen afgietsel kan gemaakt worden.

Er is zoveel te zien in Pompeï. Je ziet er de tempel van Apollo, de tempel van Jupiter, een Bassilica, een Forum, een amfitheater, het luxueuze huis van Vettii, de grandioze privéwoning van de Faun ... .
Je hebt er de Via Abondancia of straat des overvloeds. Deze straat was de belangrijkste straat van Pompei. Hij liep dwars door de stad en verbond alle belangrijke plaatsen met elkaar. Langs de baan tref je winkeltjes, bars en fonteintjes voor verfrissing.
Tot op de dag van vandaag is men nog steeds aan het opgraven. Geldgebrek is de oorzaak waardoor het zo traag vooruit gaat. Ongeveer drie vijfden van de stad ligt nog steeds bedolven onder de as.

Rondlopen in Pompeï geeft je een onwezenlijk gevoel. Ik zou in dit opgegraven oude stadje uren kunnen ronddwalen. Ieder huis, elke restant heeft zijn verhaal en geschiedenis, je kan je werkelijk voor de geest halen hoe hier bijna 2000 jaar terug de Romeinen woonden en leefden. Een onvergetelijke ervaring!
Herculaneum, het andere gebied dat door de Vesuvius onder de as bedolven is, is slechts voor een vijfde opgegraven, omwille van de mensen die er boven wonen. Een bezoek aan Herculaneum staat niet op ons programma.
Voor we gaan lunchen in een restaurantje in Pompeï, slenteren we nog wat tussen de overal aanwezige souvenirtentjes en citroenkraampjes. Nadien rijden we naar de Vesuvius.
Op het Europese vasteland is de Vesuvius de enige nog actieve vulkaan. Ze heeft een doorsnede van 50 km en is 1200 meter hoog. Het is een samengestelde vulkaan, dat wil zeggen dat ze bestaat uit afwisselende lagen van as en lava. Er kunnen twee soorten van uitbarstingen voorkomen: uitbarstingen van as en uitbarstingen van lava. De fameuze uitbarsting van 24 augustus 79 n. Chr. bedolf Pompeï, Herculaneum en Stabiae volledig onder as en puin.
Nadien volgden nog veel erupties. In 1631 was er opnieuw een uitbarsting die zowat alles in de omgeving vernietigd heeft met ongeveer 3000 doden als gevolg. Daarna volgden regelmatig uitbarstingen, de laatste was in 1944.
Na 150 jaar is de uitgebraakte lava zeer vruchtbaar waardoor men vier oogsten per jaar heeft. De Grieken brachten de olijf- en wijngaarden hier, de Romeinen de noten en citrusvruchten.
In 1991 werden 7900 hectaren van de flanken uitgeroepen tot beschermd natuurgebied: het Parco Nazionale del Vesuvio.
Doordat we vorige week de imposante Etna bezochten is het bezoek aan de Vesuvius voor ons minder spectaculair. De Vesuvius heeft maar één krater. De bus brengt ons zo hoog mogelijk. Het laatste stuk moet je te voet verder, een zware wandeling naar de top op een moeilijk pad van steen en sintels. Daarbij komt nog de hitte die het extra vermoeiend maakt. Willy is met de dapperen naar boven gestapt. Zelf ben ik wijselijk, samen met nog een paar andere zwakkelingen, op een terrasje blijven wachten tot de stoere mannen terugkwamen.
Het was nog een keertje een hete, vermoeiende, interessante dag!
Woensdag, 14 juni
Een dag om te genieten van het landschap en de natuur. We rijden naar de Kust van Amalfi.
De kust van Amalfi ligt aan de Tyrrheense Zee, aan de andere kant van het Schiereiland van Sorrento. Onze rondrit langs deze uitzonderlijk mooie kuststreek begint met een stop in Positano.
Wat de ligging betreft, is Positano ongetwijfeld het mooiste en het kleurrijkste wat de hele kust van Amalfi te bieden heeft. Ik zou het niet aanraden om er met eigen wagen naartoe te rijden. Er is maar één weg en die loopt tussen de rotswanden aan de ene kant en de zee, diep, steil beneden ons. In haarspeldbochten worden tegenliggers met geagiteerd getoeter gedwongen om de bocht achteruit, bergafwaarts te nemen. Als twee autobussen elkaar moeten passeren zou ik er mijn hand niet durven tussen steken. Chapeau voor die buschauffeurs. Ik heb meer dan eens mijn hart vastgehouden en met bewondering gekeken hoe die mannen weten te manoeuvreren met hun bus.
De omgeving is werkelijk adembenemend mooi. We rijden verder naar Amalfi, dat beroemd is om het schilderachtige stadsbeeld. Vanop de Piazza del Duomo heb je een overweldigend beeld op de St.Andreas Dom met zijn voorgevel met prachtig mozaïek. Het hoofdportaal met de bronzen deuren, die bijbelse scènes uitbeelden, is ook bijzonder.
Doordat er juist een begrafenismis in de dom was, hebben we het interieur niet kunnen zien. De kloostertuin was wel te bezichtigen en is de moeite waard.
Aan de haven staat een standbeeld van Flavio Gioia, de Europese uitvinder van het kompas, die hier geboren is.
Ik had graag nog een paar uren aan de haven rondgehangen. Maar daar is geen tijd voor want we willen ook een bezoekje brengen aan het middeleeuwse stadje Ravello, dat iets hoger tegen de hellingen van de "Collina del Dragone" is aangebouwd (315m). Het is een gezellig stadje met steegjes, trappenstraatjes, overwelfde doorgangen en op het pleintje een dom met 13e-eeuwse klokkentoren en mooie bronzen deuren.
Ravello is bekend om zijn prachtige Villa's. Villa Rufolo, met de toren en de kleurrijke tuinen, biedt behalve exotische planten een geweldig uitzicht op de Tyrrheense Zee. Ooit verbleven hier enkele pausen en later ook Wagner. Nog mooier dan Villa Rufolo is Villa Cimbrone, met bloemen, planten, beelden en een panorama over de hele kust van Amalfi.
Een uitstap naar de Amalfitaanse kust is een echte verademing, alleen jammer dat de streek zo toeristisch is. Iedereen wil natuurlijk een graantje meepikken van al dat moois.



Donderdag, 15 juni
Eindelijk is het veel bezongen, fascinerende Napels aan de beurt! Napels, het vroegere Neapolis, werd door de Grieken gesticht in de 6de eeuw v. Chr. en is twee eeuwen later door de Romeinen veroverd.
Napels zien en sterven! Dat is toch het gezegde. Oorspronkelijk is hiermee bedoeld "Voir Napels et puis Mourir" of Napels zien en nadien verder rijden naar het stadje met de naam Mourir, dat hier niet veraf lag!
Ooit was Napels een corrupte maffiastad, nu is het een chaotische, turbulente, bruisende stad met onmogelijk verkeer. Er schijnt verandering in te komen want men is begonnen met de restauratie van de ontelbare mooie gebouwen die stonden te verkommeren.
Toch is en blijft Napels een misdaadstad. Jana, onze gids die zelf in Napels woont, waarschuwt ons om op te letten voor geroutineerde gauwdieven. Je kan best niets waardevol meenemen als je door de stad wandelt want je riskeert dat alles gepikt wordt terwijl je er bij staat.

In heel Campania is er een vuilnisprobleem. Doordat ze op hun gebied geen verbrandingsoven willen, weten ze met hun afval geen blijf. Overal ligt vuilnis op hopen langs de kant, op pleinen en op minder drukke plaatsen. In de nieuwe stad Napels echter houden ze het proper en worden de vuilnisbakken iedere nacht leeggemaakt.
Napels verkennen op één dag is onmogelijk. We kunnen dus alleen de sfeer van de stad inademen en ooit eens terugkomen voor een uitgebreider bezoek.
Eerst maken we een wandeling door de oude, historische stad of Spaccanapoli, de belangrijkste attractie van Napels. De straatjes en steegjes zijn nog in dezelfde staat als in de tijd van de Grieken, drie meter breed of de breedte van een kar. Als je van cultuur houdt kom je zeker aan je trekken, je vindt er een overvloed aan bezienswaardigheden, renaissance- en barokkerken, pleinen, kloosters en monumenten. Dat de Napolitanen enorm vroom zijn, merk je aan de massa heiligenbeelden die in de kerken en ook in winkels zijn uitgestald. Napels is ook bekend voor zijn kerststalletjes die in de meeste winkels in alle maten en materialen te koop zijn. In de uitstalramen zie je ook veel maskers en harlekijns, een beetje zoals in Venetië, en Diego Armando Maradona wordt er door de voetbalminnende Napolitaan vereerd als een heilige!
De oude stad heeft een gezellige, rommelige sfeer, een attractie voor elke toerist.
Tegen de middag worden we naar een cafeetje aan de havenbuurt geloodst voor een typische Italiaanse espresso of een ijsje. Vanaf de boulevard zie je het kluwen verkeer op straat en in de haven, waar cruiseschepen toeristen in- en uitladen. De bus rijdt ons nadien naar de nieuwe stad. Net voor het Castel Nuovo kunnen we uitstappen. Het kasteel stamt uit 1280 en heeft vanaf de voorkant gezien drie heel karakteristieke, zwarte torens met ieder een andere tint grijs. De torens hebben hun verschillende kleuren te danken aan de lava rotsen waaruit ze zijn gehakt.

We wandelen tot de Piazza del Plebiscito, een halfrond plein met aan de ene kant het Palazzo Reale en aan de andere kant de kerk S.Francesco di Paola. Het paleis dateert uit de 17e eeuw en werd vroeger door de koningen van Napels bewoond. In de voorgevel staan, in nissen, de beelden van de acht belangrijkste koningen die over Napels hebben geregeerd.
Vlakbij is het Teatro San Carlo en de imposante Galleria Umberto, de bekendste Italiaanse winkelgalerij! Dit overdekte winkelcentrum is een prachtige, hoge boogconstructie van glas en staal. In tegenstelling tot de oude stad vind je er oogverblindende etalages en dure, niet te betalen, merkkleding.

Napels is een indrukwekkende wereldstad, waar iedereen wel zijn gading vindt. Voor mij is de stad té druk, té chaotisch, té ...


Vrijdag, 16 juni

Vandaag maken we een ontspannende uitstap naar Capri!

Aan beide uiteinden van de Golf van Napels ligt een eiland. Aan de noordzijde ligt het eiland Ischia, aan de andere kant, de kant van het Penisola Sorrentina ligt het eiland Capri, Insula Capreae. Het eiland bestaat uit de stadjes Capri en Anacapri (wat hoger dan Capri betekent).
Naar het eiland ga je voor het klimaat en de natuur. Het wordt een snikhete dag.
07.40u: met een minibus rijden we naar de haven. Vandaar brengt een veerboot ons naar het romantische eiland. Op een terrasje spreken we verder af. Weer een minibusje brengt ons naar het hoger gelegen stadje Capri.
Hier begint een deel van de groep (weerom de dapperen) aan een wandeling of klim via een bijzonder mooie, vermoeiende bergweg naar Anacapri dat 150m hoger gelegen is. Wij, de minder stoeren, houden het bij een wandeling naar de Villa San Michele di Axel Munthe. Vanuit de hooggelegen tuin heb je een buitengewoon uitzicht. We kunnen niet om de souvenirwinkeltjes heen. De frisse geuren uit de parfumerie lokken me binnen en verleiden me tot kopen van onnodige souvenirs. Nadien nemen we de kabellift naar Anacapri waar we de klimmers treffen. Het panoramisch zicht hierboven is maximaal, onovertreffelijk! Je kan hier alleen maar stilletjes van genieten. Foto's kunnen onmogelijk weergeven wat je hier ervaart. De afspraak is dat iedereen terug op het pleintje is om 12.00u. De tijd vliegt, tot de laatste minuut wil ik genieten van dit landschap; ik kom dan ook "eventjes" te laat beneden aan de kabelbaan.
Onze lunch gebruiken we in hotel-restaurant Sirene. Nadien opteren sommigen voor een boottocht rond het eiland met zijn grotten, onregelmatige kust, grillige klippen en kleine kreekjes. Willy en ik volgen onze gids Jana. Van het beroemde Piazza Umberto wandelen we door Capri, de Giardini di Augusto en passeren het Certosa di San Giacomo, een kartuizer klooster, met indrukwekkende kerk en kloosterhof.
In de gezellige winkelstraatjes doen we aan "windowshopping". Prijzige merkkleding, peperdure juwelen, ... we zien het allemaal. Een drankje, een ijsje of een echte Italiaanse cappuccino is ook niet gratis. Willy betaalt voor een lekijsje met één bol chocolade-ijs zomaar eventjes 5 euro! Na ons gebruikelijke terrasje komen we met de funiculare terug in de haven, nemen de boot naar het vasteland en het minibusje naar de camping.
Ik val in herhaling. Het was weer een hete, mooie, onvergetelijke dag.


Zaterdag, 17 juni
Het is de laatste dag van onze rondreis. Morgen begint de terugtocht.
Als laatste uitstapje maken we een toertje in de stad Sorrento. We wandelen naar het uitzichtpunt, door het stadspark, zien de verschillende kerken, speciaalzaken met het lokaal ingelegd houtwerk en een pracht van een binnentuin.
We dalen nog eens af naar het pittoreske, plaatselijke haventje en klauteren terug naar de camping.
In de namiddag starten we de voorbereidselen voor de terugreis. Om te beginnen welke route volgen we? Om af te kicken van steden, kerken, tempels, ... en ontspannen en uitgerust thuis te komen beslissen we zoveel mogelijk langs rustige, alternatieve wegen naar huis te rijden. Op voorstel van Ludo zullen we langs Frankrijk, langs de N85 of de Route Napoléon rijden. Het blijkt de moeite te zijn om 300km om te rijden. We zien wel.

We sluiten onze rondreis feestelijk af met een Napolitaanse avond en een afscheidsdiner.


Zondag, 18 juni
Nu begint onze terugreis, langzaam aan en niet te snel ...
Het is zondag en 8u. Sorrento slaapt nog zodat het centrum van de stad doorrijden meevalt. Met de SS145 komen we aan de oprit van de expresweg A3(E45) naar Napoli. Nadien volgen we de A1(E45) tolweg tot de ring rond Rome waar we de A12(E80) richting Civitavecchio - Livorno volgen. In Follonica Nord verlaten we de snelweg, volgen ongeveer 4km de SP39 en 1km de SP21 naar Riotorto.
Om 14.30u en na 480km komen we aan op de Campeggio Riotorto. De camping aanvaardt campingcheques en is goed als stop onderweg. Ze ligt ook dicht bij de autosnelweg. We betaalden 21 euro tolgeld.

Verplaatsing van Sorrento (regio di Campania) naar Riotorto (Toscane): 480km
Overnachting: Camping Riotorto



Maandag, 19 juni
We zijn weer op weg. Eerst terug naar de E8O(S1) die we oprijden richting Livorno. Verder wordt dit de tolweg A10(E8O) die loopt via La Spezia, Genova, Ventimiglia tot de Italiaansfranse grens. Na de grens, in Frankrijk wordt dit de tolweg A8(E74) die we in Nice St.Isidore verlaten. Met de N202 trekken we de bergen in richting Digne-Grenoble, naar Puget-Thenier waar we willen overnachten. De N202 is een prachtige weg die zich tussen berg en dal, tussen rotsen en bijna droogstaande waterlopen, slingert. We klimmen en kronkelen aan een gemiddelde van 30km per uur hogerop, ondertussen volop genietend van de omgeving, de pure natuur.
In de namiddag arriveren we in Puget-Thenier op de camping naturiste, die enig gelegen is, een "village" op zich, zo'n 3km hogerop. Onze Casa Flora kruipt tergend langzaam omhoog. Tegenliggers zijn hier niet gewenst. Ondanks de schilderachtige ligging en het superproper sanitair valt de camping tegen. Alle plaatsen liggen ver van de sanitaire blokken, van het secretariaat, van het zwembad en het piepkleine winkeltje. Je bent hier op een half uur te voet van de bewoonde wereld en ter plaatse aanvaarden ze geen visa- of bankkaart. Er valt weinig te beleven, tenzij wandelen in de mooie omgeving. Op de koop toe slaat het weer om, er hangt bewolking en het wordt frisser. Toch blijven we hier een dagje extra om te bekomen en te acclimatiseren.
Totaal betaalden we vandaag 38,90 euro tolgeld.

Verplaatsing van Riotorto (Toscane) naar Puget-Thenier (Z.-Frankrijk): 530km
Overnachting: Camping Puget-Thenier>




Woensdag, 21 juni
Eerst doen we uitgebreid inkopen in de Choppi beneden in het dorpje, dan vervolgen we onze weg met de N202 richting Digne-Grenoble. Niet lang echter. Zowat 30km verder stoppen we al in Entrevaux. Entrevaux is een middeleeuws dorpje, met omwalling, dat tegen de berghelling is aangeplakt. Hoog boven, op de top van de rots, staat een citadel. We kuieren hier een tijdje rond tot een regenbui onze pret bederft.
We rijden verder tot bij een uitgelezen picknickplaatsje langs een rivier. Als de innerlijke mens versterkt is tuffen we weer voort. Na zo'n 9O km komen we op de N85, de bekende Route Napoléon en nog 30km verder bereiken we het riante Sisteron. Hier houden we halt op een camperplaats, net door de stad, aan het water, tegenover de Rocher de la Baune. Er is ook een servicezuil zodat je water en chemisch toilet kan lozen. Ons eerste idee was om hier te overnachten. Door de stad wandelend, vernemen we dat vanavond "het feest van de muziek" begint. Dat betekent drukte en lawaai wat we kunnen missen. Dus, we rijden verder via Gap, Corps, Les Égats tot St.Laurent-en-Beaumont. Het is ondertussen bijna 21.00u, toch kunnen we nog binnen op camping "Le Belvédère de l'Obiou". Een nette camping die campingcheques aanvaardt.

Verplaatsing van Puget-Thenier (Z.Frankrijk) naar St.Laurent-en-Beaumont: 241km
Overnachting: Camping Le Belvédère de l'Obiou


Donderdag, 22 juni
Met de mooie N85 rijden we verder richting Grenoble en dan met N83 - D475 - N5 - de ring rond Dijon en de D74, dat is langs Bourg-en-Bresse, Dôle, Dijon en zo naar Langres. De camping Le Lac du Liez is volzet, wat voor ons geen probleem is. We overnachten op de parkeerplaats voor de camping.

Verplaatsing van St.Laurent-en-Beaumont naar Langres: 440km
Overnachting: parking voor Camping Le Lac du Liez
Vrijdag, 23 juni
Hop naar huis, onze laatste reisdag! Met de D74 rijden we verder tot Toul waar we de tolvrije snelweg A31(E21) nemen. In Luxemburg maken we onze gebruikelijke stop om te tanken en iets te eten. Daarna rijden we met de nodige stops (sanitair, wissel chauffeur...) via Luik richting Antwerpen (E40) om in de namiddag eindelijk thuis te komen.

Dat was het dan!  Reizen is heerlijk!!!   Thuiskomen ook!!!





INFO EN BEVINDINGEN

  • Sicilië is in oppervlakte best vergelijkbaar met België. Het ligt op de grens tussen twee continenten. De 5 miljoen inwoners wonen hoofdzakelijk langs de kust. Dit was vroeger ook zo: bijna alle belangrijke archeologische opgravingen liggen langs of in de onmiddellijke nabijheid van de zee.
  • Sicilië is een arm land en leeft vooral van de landbouw (olijven, graan, amandelen, citrusvruchten) en het toerisme. Maar, Sicilië kan prat gaan op zijn mild klimaat, aangename temperatuur, prachtige natuur en rijke cultuur.
  • Je vind hier prachtige tropische bloemen en planten en overal in het gras, op steenhopen en op muren, zie je de Siciliaanse muurhagedis (Podarcis wagleriana) doorritselen.
  • Wij hadden geluk. In het voorjaar, ook in mei en juni, is het landschap overwegend fris en groen; in de zomer en in het najaar ziet de omgeving er vooral dor en bruin uit.
  • De Sicilianen weten niet wat zwerfvuil betekent. Overal laten ze hun afval en nest liggen wat het mooie landschap verpest.
    Erg vriendelijk tegenover toeristen kan je ze niet noemen. Je wordt er als een bron van inkomsten beschouwd. Aan de andere kant zijn ze behulpzaam als het nodig is, vrolijk, kleurrijk en minder luidruchtig dan andere Italianen.
  • Sicilië is bekend als de wieg van de maffia. Toeristen zijn een bron van inkomsten en moeten dus niet bang zijn voor de maffiosi.
  • De campings in Z.Italië en Sicilië zijn niet erg luxueus, meestal voldoet het sanitair. Veel douches zijn in openlucht zodat bladeren en ander vuil binnenwaaien. Daardoor blijft het een onfrisse bedoening,ook al wordt er dagelijks gepoetst. Meestal is er geen warm water om af te wassen. Ook de wasmachines, als die er al zijn, hebben meestal alleen een koud-wasprogramma. Soms is er een minicampingwinkel. Sommige campings hebben een zwembad. De meeste campings liggen aan zee. Je beschikt maximum over 6 ampère, meestal maar over 4 ampère.
  • Vrij camperen in Z.Italië en Sicilië kan, maar het is vragen om moeilijkheden, zeker als je je camper een hele dag moet achterlaten om een stad te bezoeken is het geen aanrader.
  • Meestal zijn het kiezelstranden met glashelder water.
    De mooiste zandstranden vind je in Castellamare del Golfo en bij Taormina.
  • In musea, tempels, monumenten betaal je meestal 6 euro toegang, 65 plussers kunnen gratis binnen, de seniorenpas van 55 plussers wordt in Italië niet aanvaard.
  • RIJDEN in Sicilië en Z.Italië is een hele ervaring en kunst, toeterend worden tweevaksbanen omgetoverd in viervaksbanen. De wet van de sterkste geldt boven voorrang van rechts. Wie eerst claxonneert heeft voorrang. Je ziet hier dan ook vooral kleine, veelal geblutse fiatjes, enz ...
  • Het Italiaanse eten en drinken:
    * wijn, limoncello-likeur (degestif voor toeristen) en alle soorten koffie: cappuccino, espresso, macchiato, americano, mokka, ...
    * pasta's: spaghetti, penne, tagliatelli .... in alle kleuren en vormen
    * vis, vooral zwaardvis
    * mascarpone, mozarella ...
    * veel suikerzoete desserten: tiramisu, amandelgebak, tartufo ...
    * overheerlijke Italiaanse gelato
    * Oppassen met drinkwater!!! Drink best altijd water uit flessen!
    • We hebben in totaal 5 903 km afgelegd d.i.
      * start Veerle-Laakdal tot Palmi (Z.Italië) = 2 304 km
      * rondreis van Palmi (Z.Italië) rond Sicilië tot Sorrento = 1 883 km
      * Sorrento via N85 Frankrijk naar Veerle-Laakdal = 1 716

    • Extra reiskosten
      * tijdens heenreis:
      . vignet Oostenrijk = 7,60 euro
      . Brennerpas 8,00 euro
      . Italië tolgeld = 52,20 euro
      * overzetveer Villa S.Giovanni(Italië)-Messina (Sicilië) heen en terug = 52,00 euro
      * Sicilië, bij verplaatsingen, tolgeld (af en toe kleine bedragen) totaal ongeveer = 8 euro
      * Terugweg van Sorrento (Italië) tot Nice St.Isidore (Frankrijk) tolgeld = 56,50 euro

    • Voor onze reis en verplaatsingen gebruikten we:
      * onze gps, TOM TOM GO
      * een gedetailleerde wegenatlas Italië ANWB
      * Michelin kaarten Regionaal Italië
    Een georganiseerde reis heeft niet de charme van het avontuur en de vrijheid zoals je er zelf op uittrekt. Het is wel heel comfortabel als zowel de campings als de uitstappen, de gidsen, ... vooraf en met kennis van zaken geregeld zijn, vooral in landen waar dit allemaal niet zo vanzelfsprekend is.
    We trekken graag zelfstandig rond om te doen en te laten wat we willen. Voor Sicilië en Z.Italië hebben we bewust een groepsreis gekozen. We wisten vooraf dat in Sicilië met een camper rondtoeren niet zo simpel is. In de steden is het verkeer hectisch en chaotisch, de parkeermogelijkheden zijn beperkt, soms nihil. Het openbaar vervoer voldoet niet om uitstappen te doen zoals je zou willen. Sommige toeristische plaatsen, zoals de kust van Amalfi en de Etna, zijn niet te bereiken met een camper. Veel straten zijn smal en kronkelend en de balkons van de huizen laag, terwijl de Italianen rijden alsof de verkeersregels alleen voor buitenlanders gelden.

    Onze reis naar Sicilië en Z.Italië was een succes over de hele lijn.
    Eugeen en Jenny waren toffe, bekwame reisleiders en gidsen.
    Willy en ik willen hen hiervoor nog eens van harte bedanken.

    Groetjes van Willy en Andrea

    Veel leesgenot !!!




    REISVERHALEN                   FOTOSITE                   Reacties welkom in ons GASTENBOEK