REISVERHALEN                       FOTOSITE                       GASTENBOEK



Portugal

DEEL 4:

LISSABON
en de
VALLEI VAN DE TAAG




Vallei van de Taag



REISROUTE VALLEI VAN DE TAAG: Van Setúbal tot Tomar



!!! Klik op de foto's of op de links voor meer foto's !!!





Felgekleurde vissersboten in het haven van Sesimbra


Vrijdag, 6 maart

Van Évora rijden we richting kust om Lissabon en de omgeving te verkennen. Om 16.00 u arriveren we in de Setúbal, een drukke industrie- en havenstad. We toeren er rond en volgen gedwee ons Vera waardoor we voor de zoveelste keer in een netelige positie terecht komen. We zitten klem op een parking in een doodlopend straatje waar een tiental personenwagens staan en geen ruimte overblijft voor de camper. We moeten achteruit tussen twee rijen geparkeerde auto's en dan nog steil afdalend tot we een opening zien en met veel moeite kunnen draaien.

Om van de emotie te bekomen parkeren we aan de haven en gaan uitwaaien aan het water. Setúbal is niets voor ons, te groot, te druk, te ...
We volgen de kronkelende kustweg die stijgt en daalt door de Serre da Arrábida met aan de ene kant de blauwgekleurde zee en aan de andere kant het wilde landschap, de dichtbegroeide heuvels.

Zo belanden we in het schitterend aan een baai gelegen vissersdorpje Sesimbra. Aan de haven, bij de watersportclub vinden we een plaatsje om te overnachten. Het oude deel van het dorpje is een doolhof van steile, smalle straatjes. In de haven liggen felgeschilderde boten die gespecialiseerd zijn in de zwaardvisvangst. Tegenwoordig teert Sesimbra vooral op het toerisme. Op de omliggende heuvels schieten flats als paddenstoelen uit de grond. Jammer, die betonnen blokkendozen bederven het bijzonder riante uitzicht waardoor Sesimbra veel van zijn charme verliest.

Het was een reisdag en we hebben niet veel beweging gehad. Een flinke wandeling op de promenade langs het strand zal ons deugd doen. Het duurt echter niet lang want het wordt al donker en er waait een snijdende wind.

Dag 41:  148 km  
Overnachting: Sesimbra - Parking aan de haven bij de watersportclub







Ponte 25 de Abril



Arco Monumental da Rua Augusta



Alfama



De Sé-Kathedraal



Zaterdag, 7 maart

8.00 u, 12°C en de zon is present. Deze nacht stonden we hier moederziel alleen op het pleintje. Als we na onze ochtenwandeling terugkomen is het enorm druk. Overal staan auto's met aanhangers en bootjes. En er komer er nog meer. Er is vast een zeilwedstrijd gepland. We maken dat we hier weg zijn nu het nog kan.

Op ons programma staat Lissabon.
Om er te geraken moeten we over de Ponte 25 de Abril, een tolbrug die beide oevers van de Taag verbindt. Eigenaardig genoeg betaal je alleen tol om Lissabon binnen te rijden vanuit het zuiden. Verkeer vanuit het noorden is gratis.
De hangbrug, heeft een autodek met zes rijstroken en, wat heel bijzonder is, onderin loopt een spoorlijn.
De brug is in gebruik sinds 1966, is 2278 meter lang en de fundering gaan maar liefst 79 meter de grond in.
Ze lijkt erg veel op de Golden Gate Bridge in San Francisco die ook gebouwd werd door de American Bridge Company,
Eigenaardig genoeg betaal je alleen tol om Lissabon binnen te rijden vanuit het zuiden, voor een camper is dat 3,25 euro. Verkeer vanuit het noorden is gratis.
Meestal kom je er niet over zonder in de file te moeten aanschuiven. We vinden het niet erg want zo kunnen we rustig genieten van het bijzondere uitzicht.

Voor ons bezoek aan Lissabon plannen we een paar dagen op een camping te blijven en met het openbaar vervoer de stad te bezoeken.
Veel keuze is er niet. Aan de kust in Caparica is een Orbitur camping. Dan moeten we iedere dag met de bus tot aan de Taag en daarna met de boot de rivier oversteken. We opteren voor Camping Municipal de Lisboa in Montsanto. Het kost 19 euro per nacht en je krijgt 10% korting met je Acsikaart. Bij de receptie krijgen we een bus- en stadsplan.

Na de middag brengt bus 714 ons naar de Praça de Fiquira. Voor we onze wandeling starten, schaffen we ons elk een bus-tramkaart met vijf beurten aan wat gemakkelijker en beterkoop is dan telkens een ticket te moeten kopen. Dan lopen we de levendige autovrije Rua Augusta af tot de Arco Monumental da Rua Augusta en komen op de Praça do Comércio. Het plein is volledig opengebroken en afgespannen. In het midden pronkt het ruiterstandbeeld van koning José I. Onder de Arcaden van de omliggende gebouwen liggen clochards te slapen. Leurders vallen je lastig om een zonnebril of andere prullaria te kopen. We stappen vlug door richting Alfama, de oudste wijk van Lissabon, gelegen op een steile helling tussen het Castelo en Taag ligt, .

De kathedraal, de Sé, maakt indruk door haar twee imposante torens. Binnen valt de kerk tegen. Of vinden we dat doordat we verwend zijn? We hebben al zoveel moois gezien en onze verwachtingen zijn misschien te hoog.
De tramsporen volgend, komen we uit bij de Miradouro de Santa Luzia. Het is hier best gezellig. De ingewerkte, met azulejos versierde banken, nodigen uit om even te blijven. Studenten en toeristen hangen hier rond, genieten van het zachte zonnetje en het het mooie uitzicht op de Moorse vestingwal en over de Taag. De muur van het kerkje is betegeld met twee grote azuljos. Een ervan illustreert de herovering van Lissabon in 1147.

We steken de straat over. Gele bordjes leiden ons naar het Castelo de São Jorge, het Castelo waarrond Lissabon ontstaan is. Ooit deed het kasteel dienst als koninklijk paleis. Door een poort komen we in de straatjes van de middeleeuwse wijk Santa Cruz. Zowel Santa Cruz als het kasteel zijn volledig opgeknapt en zien er als nieuw uit. Een bezoek kost 5 euro. Gepensioneerden kunnen gratis binnen. Maar goed ook want behalve het prachtige panorama vanop de wallen en de sfeer van oude historie is hier niet veel te beleven.

Op onze terugweg komen we terecht in de wirwar van typische straatjes en steegjes in het Alfama. De mensen zien er ontspannen en gemoedelijk uit. Een vrouwtje hangt haar wasgoed te drogen op het smeedijzeren balkonnetje en wuift als ze ziet dat ik een foto wil maken. Uit een openstaand raam klinkt melancholische fadomuziek die de typische sfeer versterkt.

Altijd verder dalend komen we uit bij de rivier, zoeken de weg naar de Praça da Figueira en nemen de bus naar Montsana. Het was een fijne dag maar vermoeiend!

Dag 42:  64 km  
Overnachting: Lissabon - Camping-Parque Municipal de Lisboa in Monsanto - Estrada de Circumvalação





Zondag, 8 maart

8.00 u - 13°C en zon!
Gisteren zagen we het Alfama, de bakermat van de stad. Vandaag bezoeken we eerst de Bairro Alto en eindigen in de Baixa.
De Bairro Alto, de bovenstad, is een winkel- en uitgangswijk waar de weemoedige klanken van de fado weerklinken uit de bars en kroegen. De Baixa, de benedenstad, bestaat vooral uit overzichtelijke, autovrije straten en mooie pleinen en vormt een paradijs voor shoppers.
Dé toeristische attractie is de Elevador de Santa Justa die de wijken Baixa en Bairro Alto met elkaar te verbindt.

Liever dan de lift te gebruiken, nemen we tram 28 richting Prazeres. Na vijf haltes stappen we uit op de Praça Luiz de Camões met het reuzengroot standbeeld van de dichter van "De Lusiaden". Vlakbij, voor zijn stamcafé A Brasileira zit een andere Portugese dichter, Fernando Pessoa in brons gegoten als vaste bezoeker op het terras.
Hogerop ligt het kleine plein Largo de Trindade de Coelho met de Igreja São Roque. De gevel is niet te vernoemen maar het rijk gedecoreerde interieur is een juweeltje! Het São Roque Museum dat zich in de kerk bevindt is echt de moeite waard. Het bezit een kostbare collectie barok zilver en een reeks schilderijen uit de 16de eeuw.

We klimmen nog iets hoger tot een klein park met alweer een uitkijkpunt, de Miradouro de São Pedro de Alcântara. Hier kunnen we even op adem komen en in alle rust uitkijken over de heuvelachtige stad.

Enkele straten terug ligt de Ruïne van het Convento do Carmo. Tijdens de aardbeving van 1755 is het volledige dak naar beneden gekomen. Het klooster is nooit heropgebouwd. Nu is het archeologisch museum hier ondergebracht.
Een straatje naast de ruïne leidt naar het hoogste punt van de Santa Justa-Lift. Met de lift naar beneden zou best leuk zijn. Toch verkiezen we te voet omlaag te lopen langs de chique winkelstraten Rua Garrett en Rua do Carmo. en komen zo uit bij het Rossio-plein, officieel het Praça Dom Pedro IV.
Het Rossio is het kloppende hart van de stad, een groot plein met twee marmeren fonteinen en centraal een zuil met standbeeld van Dom Pedro IV. Aan de noordelijke zijde staat het Teatro Nacional Dona Maria II, een neoclassicistisch gebouw uit 1840. Tijdens de Inquisitie vonden op dit plein talloze executies plaats.

Rond het plein zijn koffiehuizen, cafés, bars, pastelerias met onder andere het beroemde café Nicola en de pasteleria Suiça. We installeren ons op een terras en genietend van ons etentje observeren we het bruisende leven op het Rossio, de schoenenpoetsers, de bedelaars, de toeristen, de locals die hun krant zitten te lezen, ...

We maken nog een ommetje naar de straatjes van het Alfama. Daar aangekomen is de weg versperd. Heel langzaam komt een processie voorbij. We kunnen alleen maar wachten tot de hele stoet voorbij is.

Om 19.00 u bussen we terug naar Montsana. Dat verloopt niet zonder "problemen"!
Twee controleurs komen de bus op. Bij Willy aangekomen beweren ze dat zijn busticket niet in orde is. Hij is volgens hen een zwartrijder. Ze stappen mee af bij de halte aan de camping. Willy kan zeggen wat hij wil, ze verstaan hem toch niet. Ze kennen amper een paar woorden Engels en beweren "alleen maar hun job" te doen. Ze schrijven een boete uit van 350 euro + taks = 361,50 euro. Willy denkt er niet aan iets te betalen. Hij wil naar het hoofdbureau van Carris gaan en de directie spreken.
Dit is werkelijk een domper op onze tot hiertoe zeer geslaagde dag. In de camper drinken we een hartige borrel en kruipen in bed. Morgen zien we wel ...

Dag 43:     
Overnachting: Lissabon - Camping-Parque Municipal de Lisboa in Monsanto






Elevador de Santa Justa








Het Rossioplein



Zicht op de Taag met rechts de Ponte 25 de Abril en op de andere oever de 110 m hoge "Cristo Rei".








Tramlijn 28 in Lissabon


Mosteiro dos Jerónimos


Monument van de ontdekkingsreizigers


Torre van Belém


Maandag, 9 maart

Ondanks "het gedoe" gisterenavond hebben we allebei goed geslapen. In plaats van naar Belém zoals oorspronkelijk gepland was, nemen we de bus naar het centrum, naar het hoofdbureau van Carris, het openbaarvervoersbedrijf van Lissabon. Bij het binnenkomen worden we vriendelijk aangesproken in vloeiend Engels. Ze hebben blijkbaar onmiddellijk door dat we toeristen zijn. De dame achter het bureau vraagt of we problemen hebben met "tickets". Willy doet een gedetailleerde uitleg. De dame onderzoekt het ticket, stelt een paar vragen, pleegt een telefoontje naar haar baas en concludeert dat het om een vergissing gaat. De boete wordt geannuleerd. Ze verontschuldigt zich in naam van Carris voor de overlast. Om de bittere pil wat te vergulden krijgen we allebei een tram-buskaart met vijf beurten cadeau. Kunnen ze ons een plezier kan doen met een gratis ticket voor het Museum van Carris?

Het museum ligt vlakbij. De hele geschiedenis van de trams in Lissabon van vroeger tot nu wordt er uit de doeken gedaan. Heel interessant!
Nadien rijdt een historische tram met fluwelen zetels en gordijnen en met huiskamerlusters ons naar een loods om de collectie oldtimers te bekijken. De bestuurder stapt uit en zet met een pook het wissel om zodat het tramstel klaar staat om ons later terug te brengen. Al die museumtrams en -bussen zijn perfect onderhouden en kunnen direct voor vervoer worden ingeschakeld. Onze privé trambestuurder wacht buiten tot we te kennen geven dat we terug willen. Hij moet in dit oude tramstel nog rechtstaand chauferen.
Wij zijn heel tevreden. Op deze manier is onze voormiddag toch niet verpest.

Nu kunnen we naar Belém, de voorstad van Lissabon, het centrum van de ontdekkingsreizigers. We stappen uit bij het eindeloos groot Mosteiro dos Jerónimus, een prachtig klooster gebouwd in Manuelstijl.
Jammer, jammer! Maandag is de sluitingsdag voor veel musea en ook voor het Mosteiro. Dat moest ik toch weten! Willy heeft zin om mijn "ster van reisleider" af te nemen.

Via de voetgangerstunnel lopen we naar de andere kant van de weg, naar de oever van de Taag. Eerst zoeken we een net restaurant want het is hoog tijd dat we iets achter de kiezen krijgen. Om in de sfeer te blijven, bestellen we een kaneelgebakje als dessert.
Van het terras hebben we zicht op het Padrão dos Descobrimentos, het monument van de ontdekkingsreizigers dat opgericht werd ter ere van Hendrik de Zeevaarder.
Kijken we richting zee dan zien we de Torre de Belém. De toren is gebouwd in Renaissance- en Manuelstijl. Hij is aan drie zijden omringd door water. Vroeger stond hij volledig in de rivier en bewaakte de haven tegen piraten. Als je de sierlijke toren met zijn Moorse en Indische versieringen ziet, kan je bijna niet geloven dat het ooit een militaire functie had en dat het van 1580 tot 1828 als kerker diende.Ook de Torre de Belém is momenteel niet open voor publiek. We zijn dus vlug uitgekeken.
Bij de toren zijn een vijftal campers geparkeerd. Zouden ze hier ook overnachten? Misschien gedoogd in dit seizoen?

Om ons bezoek aan Lissabon af te ronden, verlaten we Belém en het verleden en nemen de bus naar het futuristische shoppingcenter in Amoreiras en naar het Praça de Marques Pombal. In het park gaan we uitwaaien en brengen een bezoek aan de botanische tuin Estufa Fria met tropische planten, kleine vijvers en smalle bruggetjes. We lopen ook door het Estufa Quente, een groot cactushuis.

Dit was dan Lissabon, de stad van contrasten, waar zowel het verleden als het heden het stadsbeeld vormen en waar mensen uit de vroegere kolonie de stad tot een smelkroes van rassen maken.

Dag 44:     
Overnachting: Lissabon - Camping-Parque Municipal de Lisboa in Monsanto





Cabo de Roca


Haven Ericeira
Dinsdag, 10 maart

8.00 u - 12°C
Het wordt weer een reisdag. Van Lissabon volgen we de toeristische kustweg via Cascais naar Cabo de Roca, De 140 meter hoge kaap vormt het meest westelijke punt van het vasteland van Europa. Luís de Camões, de bekende Portugese dichter omschrijft de kaap als "de plaats waar het land eindigt en de zee begint", in het Portugees: "Onde a terra acaba e o mar começa".





Van de kaap rijden we door Colares naar Sintra. Hier toeren we rond en rond, tevergeefs op zoek naar een geschikte parkeerplaats om de camper achter te laten en de stad te bezoeken. Uiteindelijk geven we het op en bollen verder met de N247 tot Ericeira. We passeren een camping waar naast de ingang een servicepunt voor campers is. Een paar kilometer verder slaan we af naar Praia Ribeira d'Ilhas. Het is hier wat afgelegen en buitengewoon rustig. Meer nog, we worden getracteerd op een show van surfers die acrobatisch bewegen op de meters hoog opspattende golven. .

Tegen de avond komen er nog twee kleine campers bij. Er is trouwens geen plaats voor grote.

Dag 45:  123 km  
Overnachting: Ericeira - Praia Ribeira d'Ilhas






Wavesurfer





Bibliotheek in het Palácio de Mafra



Woensdag, 11 maart

De weerman belooft tot zondag een heerlijk vakantieweertje met een gemiddelde van 22°C.
Het is nog vrij vroeg en toch al druk op het strandje. Een groepje vrouwen zoeken "cockels", een paar vissers staan tot hun middel in het water geduldig te wachten tot ze beet hebben en dan zijn er nog de surfers die liefst bij vloed komen omdat de golven dan hoger worden.






Tegen de middag verplaatsen we ons naar Camping-Ericeira. Het is te laat met de bus naar Sintra te trekken. We halen nog net de bus naar Mafra voor een bezoek aan het Klooster.
Het klooster-paleis werd gebouwd in opdracht van koning João V. Hij wou daarmee de Spanjaarden met hun "Escorial", het immense abdijcomplex van Filips II, de loef afsteken. Net als in Madrid liet hij een enorm complex bouwen dat zowel klooster als paleis was. Het majestueuze complex met een voorgevel van 220 m bestaat uit een basiliek, kloostergebouwen, een paleis om in te verdwalen, negen binnenpleinen, een binnentuin en het voormalige jachtterrein van de koning met een muurlengte van 20 km.
Het geheel imponeert wat betreft omvang maar van architectonische verfijning is weinig sprake.
Interessant is de enorme bibliotheek waar 40.000 boeken liggen, waaronder de eerste editie van de "Lusiaden" van de Portugese dichter Luis de Camões.


En... wat is de wereld toch klein. Een Nederlands stel camperisten dat we in Lissabon en op Cabo da Roca ontmoetten, treffen we in het paleis weer een keertje.

Dag 47:  5 km  
Overnachting: Camping Ericeira







Donderdag, 12 maart

9.00u: We zijn op weg met de bus voor een dagtrip naar Sintra, het stadje dat Lord Byron als het "aards paradijs" beschreef. Met bus 434 komen we bij het 4 km hogerop gelegen sprookjesachtige Palácio Nacional de Pena. Het is een allegaartje van gotische, Moorse, Manuel- en andere stijlen. Je waant je hier in een gigantisch Eftelingpark. Rondom ligt een park met meer dan 3000 plantensoorten. We zouden hier een hele dag kunnen rondslenteren maar er is nog veel meer te zien in Sintra dus keren we terug naar het dal.




De twee reusachtige, conische schoorstenen van het Palácio de Sintra steken hoog boven de andere daken uit. Het paleis werd gebouwd in de 14de en 15de eeuw in opdracht van Dom João en was lange tijd de zomerresidentie van de Portugese koningen. Zoals meer paleizen in die tijd vertoont het een mengelmoes van stijlen, van gotiek tot Manuel- en mudejarstijl. Er is de prachige betegelde "zwanenzaal", die vroeger de ontvangszaal was, waar het plafond beschilderd is met zwanen met een gouden ketting om. In de Eksterzaal, een prive-antichambre, is het plafond beschilderd met eksters die het woord "por bem" of "om bestwil" in hun snavel houden. Dit was een opdracht van Dom João om een einde te maken aan het geroddel van de hofdames. Ook de "hertenbokkenzaal" is de moeite waard. De muren zijn betegeld met blauwe azulejos en het plafond bestaat uit cassetten met de wapens van adellijke families.





Na een rustpauze op een van de vele terrasjes volgen we de bordjes naar de Quinta da Reguleira. Het werd in 1900 door een Portugese multimiljonair in neo-Manuelstijl gebouwd. Een opmerkelijk gebouw met rococoplafonds en gedetailleerde mozaïekvloeren dat op de werelderfgoedlijst van Unesco staat. Ons lokt vooral de tuin met zijn doolhof van paden tegen een helling aangelegd, met zijn bloemen en varens, vijvers, fonteinen en beelden. We klimmen een kilometer hoger de straat op waar we een uitgelezen zicht hebben op de heuvelrug met ruïne van het Moorse Castelo dos Mouros.






Om 19.00 u zijn we terug in Ericeira. Vóór 20.00 uur moeten we weg uit de camping of we moeten een nacht bijbetalen. We verplaatsen ons voor de nacht naar het strandje in de buurt en zien er nog net de zon ondergaan. Even later verschijnt een fantastische sterrenhemel.



Dag 47:  1 km  
Overnachting: Parking aan strand Ericeira




Palácio de Pena


Palácio de Sintra


Quinta da Regaleira


Sunset in Ericeira




Praia Azul


Prai Maceira
Vrijdag, 13 maart
Genoeg paleizen gezien. We blijven een tijdje aan zee. Eerst passeren we bij de camperservice van Camping-Ericeira om toilet en grijswater te lozen en de camper een wasbeurt te geven. Dan trekken we met de N247 verder langs de kust. Aan de Praia Azul houden we een eerste stop direct aan zee, midden in de natuur en helemaal alleen. Zalig, maar de wind jaagt het zand rond de camper en dat is minder prettig We snorren verder op zoek naar een beter plekje.







Het wordt een parking aan de Praia Maceira. Van in de camper hebben we een schitterend zicht op de duinen, het strand en de zee en achter onz rijzen hoog de groene heuvels.
Kan het mooier? Het enige minpuntje is de N247 die als een asfalten lint door het landschap loopt. Maar we hebben er geen last van. 's Avonds krijgen we gezelschap van een Britse en een Duitse camper die hier ook willen overnachten.

Dag 48:  33 km  
Overnachting:Praia Maceira - Parking tussen het strand en de N247




Peniche


Baleal

Zaterdag, 14 maart

Weer een zonnige dag maar met een koude noordoostenwind. We willen naar het schiereiland Peniche, de levendige vissersstad met prachtige duinen en stranden. Onderweg doen we de hoognodige inkopen en tanken vol.







De zee volgend, komen we in Baleal. Op de grote parking, net voor de smalle toegang tot het eilanddorpje, is een klein deel waar parkeren met camper niet verboden is. Hier blijven we een dagje. Tegen de avond tellen we 13 campers, vooral Portugezen doordat het weekend is. Op het pleintje is gratis WiFi ter beschikking en je kan er water nemen. Baleal is een pittoresque plekje en een echt paradijs voor wavesurfers.

Dag 49:  32 km  
Overnachting: Parking Baleal




Zondag, 15 maart

Naar Obidos!
Bij de Aquaduto is een camperparking met voorzieningen wat tussen 17.00 u en 9.00 u zes euro kost.
We weten niet wat we zien als we het stadje naderen. De parkings zijn overvol en je kan hier op de koppen lopen. Het stadje staat nochtans bekend als een rustig, oud stadje waar de middeleeuwse sfeer is blijven hangen. Slechte timing van ons! Uitgerekend vandaag wordt de laatste dag van de "chocoladefeesten" gevierd en is de rust ver te zoeken.

We volgen de massa door de stadspoort. Doordat de indrukwekkende azulejos de muren tot tegen het plafond versieren kunnen we er toch een glimp van opvangen. Het grootste chocoladespectakel speelt zich af in de tot pousada omgebouwde burcht aan de andere kant van het stadje. Als je na lang wachten een toegangsticket kunt kopen, is het nog een hele kunst om iets mee te pikken van de activiteiten. Er zijn vooral ruggen van mensen te zien. We zijn niet geïnteresseerd in dit commerciële gedoe en zoeken minder drukke straatjes waar de sfeer van het stadje enigszins terug te vinden is. Op het marktplein lopen we even binnen in de met azulejos beklede renaissancekerk Santa Maria. Op de 14de eeuwse omwalling kunnen we een wandeling maken rond zowat het hele stadje. Vanaf de muren hebben we een charmant zicht op de liefelijke straatjes, binnenplaatsjes en op de witgekalkte met bloemen versierde huisjes en tuintjes. Ons bezoek aan Obidos is uiteindelijk toch nog meegevallen.

Ondertussen is het behoorlijk warm geworden. We rijden terug naar de kust, zoeken er tevergeefs naar Praia Martinho do Porto, en komen 13 km verder terecht in het vissersdorp Nazaré. Langs de weg, tussen de haven en het strand, kunnen we parkeren. Nazaré ligt in een baai omgeven door hoge rotsen. We slenteren langs de drukke boulevard. Vissersvrouwen in klederdracht verkopen vis die op rekken te drogen ligt. Treintjes kruipen naar, het 110 m hoger op een klif gelegen, Sitio.

In Sitio zou een camperplaats zijn. Daar willen we overnachten. Het blijkt er al even druk te zijn als beneden in Nazaré en vinden geen parkeerplaats. We beslissen terug het binnenland in te trekken naar Alcobaça waar we morgen het klooster willen bezoeken. Volgens onze campergids is daar mogelijkheid om te overnachten op de parking.
We staan er helemaal alleen en van water nemen of lozen is geen sprake.

Dag 50:  126 km  
Overnachting: Parking Alcobaça


Obidos






Nazaré





Maandag, 16 maart

Heerlijk zonnetje, warm windje.
Om 9.00 u staan we al aan het Mosteiro de Santa Maria in Alcobaça, de grootste kerk van Portugal. We zijn onder de indruk van dit imposante klooster met zijn toch sobere middeleeuwse architectuur, het claustro met dubbele arcaden en vooral van de immense keuken. In die grote keuken kon een os aan het spit worden geroosterd; een omgeleid beekje zorgde voor de watervoorziening. In de kerk liggen koning Pedro I en zijn vermoorde minnares Inês begraven. Dit klooster moet je gezien hebben!







Na de middag bollen we terug naar de kust en settelen ons in Foz do Arelho in een baai aan het strand. In het hoogseizoen of 's zondags zou dit niet lukken. We hebben nog de hele namiddag om te wandelen en luieren aan het strand.
Om 20.00 u wijst de thermometer nog 20°C aan. Met een avondwandeling bij een ondergaande zon eindigt deze mooie dag.

Dag 51:  34 km  
Overnachting: Parking Praia Foz do Arelho


Mosteiro de Santa Maria in Alcobaça


Sunset in Foz do Arelho





Dinsdag, 17 maart

8.00 u - 15°C - strakke wind.
De camper schudt heen en weer; behalve een eenzame jogger is er niemand op het strand. Op ons programma staat de dominicaanse abdij Santa Maria da Vitória in Batalha. Dichtbij het klooster is een officiële camperplaats met servicezuil. Het staat goed aangegeven bij het binnenrijden van Batalha.

Het klooster dat symbool staat voor de vrijheid van Portugal is werkelijk een van de mooiste die we ooit bezochten. Het vertoont veel gelijkenis met dat van Alcobaça. De kerk is in dezelfde stijl. De kloostergang is prachtig met gotische bogen die verfraaid zijn met maaswerk in manuelstijl. De Capelas Imperfeitas of Onafgewerkte kapellen spannen de kroon. Vooral het portaal met snijwerk als kantwerk is adembenemnd.



15.00 u: We zijn terug in onze camper en vinden het te vroeg om hier te blijven voor de nacht. Dus rijden we richting Tomar waar we een bezoek plannen aan, nog maar eens, een klooster.
Onderweg komen we door Fatima. Dit bedevaartsoord staat niet op ons programma maar nu we er toch zijn, kunnen we evengoed stoppen en hier overnachten.

De basiliek en alles er om heen is groots en modern. Wij hadden hier een massa bedevaarders verwacht. Op twee boetelingen na, die op hun knieën richting basiliek kruipen, is het enorme plein leeg. Het blijkt dat eerst vanaf Pasen bedevaarders de stad belegeren.

Dag 52:  95 km  
Overnachting: Camperplaats Fatima - Parking Santuario


Batalha


Fatima





Woensdag, 18 maart

Weer mooi weer vandaag! Het Convento de Cristo in Tomar is aan de beurt.
Het is slechts 32 km met een natioale weg en toch doen we er meer dan een uur over doordat de weg kronkelend, stijgend en dalend is.

Het kloostercomplex ligt op een heuvel boven het stadje. De parking is net een romantisch parkje door de roze bloesems van de (amandel-?)bomen. Eventueel kunnen we hier overnachten.

We kopen een toegangsticket, dat voor gepensioneerden 2,50 euro kost, en starten met onze verkenningstocht. De kern van het klooster is de Charola,de bidkapel van de tempeliers met een centrale achthoek van altaren. Wat een pracht en praal wordt hier geëtaleerd! De rijkdom van de tempeliers en van de Orde van Christus is duidelijk terug te vinden in de schilderijen, de fresco's en het vergulde beeldhouwerk. De later bijgebouwde kerk in Manuelstijl is met een boog verbonden met de Charola die de hoofdkapel werd.
We dwalen een tijdje door het claustro, bewonderen het door mos groengekleurde, beroemde raam in Manuelstijl en doen een poging om een en ander op foto vast te leggen. Foto's nemen mag, flashen niet.



Convento de Cristo: Charola


Parking Convento de Cristo

We bezochten de kloosters van Alcobaça, Batalha en Tomar, drie meesterlijke bouwwerken. Volgens ons zijn ze aan elkaar gewaagd; een keuze maken zou uiterst moeilijk zijn. Ze zijn alledrie een "must"!


Na de lunch verlaten we Tomar en de Vallei van de Taag.
Vanavond willen we in Coïmbra, in Midden-Portugal, zijn.





EINDE DEEL 4


Groetjes van Willy en Andrea
Veel leesgenot !!!



DEEL 5: MIDDEN-PORTUGAL en TERUGREIS VIA SPANJE





REISVERHALEN                   FOTOSITE                   Reacties welkom in ons GASTENBOEK